Risico's
Naam risico | Financiering uitvoering wet BUIG | ||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Programma 1: | Werk en Inkomen | ||||||||||
Omschrijving | Verwacht wordt dat de coronacrisis tot een flinke toename leidt van het aantal bijstandsuitkeringen in Nederland. Binnen de financieringssystematiek van de bijstand is voor 2021 een afzonderlijk Covid-19 budget geraamd. Of dit op een andere manier dan het reguliere budget wordt verdeeld en hoe dit wordt verdeeld, wordt na de zomer van 2021 duidelijk. Groningen zit in de begeleidingscommissie waar dit wordt besproken. Vooralsnog gaan we ervan uit dat dit op de gebruikelijke manier wordt verdeeld. Er zijn nog geen afspraken gemaakt over een afzonderlijk Covid 19 budget in de jaren vanaf 2022. Gezien de aandacht die het Rijk gedurende de coronacrisis heeft voor passende financiering van de effecten van corona, gaan we voor de komende jaren uit van voldoende macro budget.
Voor de komende jaren is er een risico dat we boven deze tekorten uitkomen. Uitgangspunten die we bij de berekening hebben gehanteerd zijn:
Ten opzichte van de begroting 2021 is het risicobedrag licht gedaald. Het niet meenemen van een opbrengst uit het werkprogramma (bij de begroting 2021 voor 2021 ingeschat op 4 miljoen euro) wordt opgevangen door de verbetering in het budgetaandeel en het uitgavenaandeel. | ||||||||||
Risicobedrag 2021 | 617 duizend euro | ||||||||||
Kans 2021 | 75% | ||||||||||
Risicobedrag 2022 | 230 duizend euro | ||||||||||
Kans 2022 | 75%% | ||||||||||
Risicobedrag 2023 | - | ||||||||||
Kans 2023 | |||||||||||
Risicobedrag 2024 | - | ||||||||||
Kans 2024 | |||||||||||
Structureel/Incidenteel | Incidenteel | ||||||||||
1e signaleringsmoment | VGR 2014-2 en Begroting 2015 | ||||||||||
Actie |
Naam risico | Uitleg- en binnenstedelijke ontwikkelingslocaties (grondzaken/ grondexploitaties) |
---|---|
Programma 2: | Economie en werkgelegenheid en Wonen |
Omschrijving | Om de risico's die voortvloeien uit de grondexploitaties in uitleg- en binnenstedelijke ontwikkelingslocaties te kwantificeren wordt de risicoboxenmethode gehanteerd. Het risico op een plantekort kan voortvloeien uit vertraging in het uitgiftetempo van gronden, uitgifte van gronden tegen lagere grondprijzen dan in de exploitatiebegroting is voorzien, aanbesteding van civieltechnische werken, vertraging in het tempo van realisering, etc. De herzieningen van de grondexploitaties hebben zich in het jaar 2019 door de goede economische tijden financieel positief ontwikkeld. Hierdoor nemen boekwaarden af en ook de afzet- en vertragingsrisico’s. Dit geldt voor de gemeentelijke grondexploitaties, maar ook voor Meerstad. Voor Meerstad in het bijzonder is daarnaast sprake van een renteverlaging. Dit is de belangrijkste reden voor een stevige verbetering van de winstverwachting (van 35 naar 58 miljoen euro op Contante Waarde) die volgens de vastgestelde methodiek ingezet kan worden voor het afdekken van (een deel van) de risico’s van Meerstad. Grondexploitaties zijn gevoelig voor economische schommelingen. Daarom willen we door middel van scenario’s een doorzicht maken naar de meerjarige gevoeligheden. Naar de nabije toekomst toe spelen de nieuwe grote gebiedsontwikkelingen zoals Suikerzijde, Stadshavens, Stationsomgeving en de Held III, een substantiële rol. Deze toekomstige gebiedsontwikkelingen zijn complex en soms omvangrijk. De project-specifieke risico’s in deze gebiedsontwikkelingen zijn nog niet nauwkeurig te bepalen. Echter een eerste globale berekening, op basis van schattingen in investeringsbehoefte geven een bandbreedte aan benodigd weerstandsvermogen aan, tussen de 25 en 40 miljoen euro. Richting vaststelling van deze gebiedsontwikkelingen zal hierover steeds meer duidelijk worden. Zoals reeds gesteld moet een verdere uitwerking van scenario-analyses nog gebeuren. Nu de positieve ontwikkelingen meenemen zonder daarbij al te weten wat de toekomstige gebiedsontwikkelingen qua risico’s met zich meebrengen, leidt tot schommelingen in het benodigd weerstandsvermogen. Tot die tijd kiezen we ervoor om het benodigd weerstandsvermogen te handhaven op het niveau dat in de Begroting 2020 werd gehanteerd, 80 miljoen euro. |
Risicobedrag 2021 | 80 miljoen euro |
Kans 2021 | 100% |
Risicobedrag 2022 | 80 miljoen euro |
Kans 2022 | 100% |
Risicobedrag 2023 | 80 miljoen euro |
Kans 2023 | 100% |
Risicobedrag 2024 | 80 miljoen euro |
Kans 2024 | 100% |
Structureel/Incidenteel | Incidenteel |
1e signaleringsmoment | 2004 |
Actie | Binnen de grondexploitatie wordt gestuurd op de beheersing van de risico’s. De risico’s en het effect op het weerstandsvermogen van nieuwe (grote) projecten maken we afzonderlijk inzichtelijk. |
Naam risico | Risico's sociaal domein |
---|---|
Programma 4: | Welzijn, gezondheid en zorg |
Omschrijving | Met de decentralisatie in 2015 hebben gemeenten grote verantwoordelijkheden gekregen. De bijbehorende budgetten die over zijn gegaan naar gemeenten schieten echter tekort. De zorgkosten budgetten staan onder druk en daarom zijn op begroting- en rekeningbasis tekorten vaak aangevuld. Het risico op zorggebruik Wmo en jeugd houdt in dat onzeker is hoeveel mensen zorg nodig hebben. Daarom rekenen we met verschillende groeiscenario’s. Het risico op transformatie betekent dat het onzeker is dat de geraamde besparingen van dure naar goedkopere zorg daadwerkelijk gerealiseerd wordt. Hierbij is rekening gehouden met de maatregelen uit het coalitieakkoord en ombuigingen. Die maatregelen leiden tot een verhoging van het risico. Of en in welke mate deze maatregelen het beoogde transformatie-effect opleveren wordt gemonitord en waar nodig zal bijgestuurd worden. De risicobedragen van de genoemde onderdelen (zorggebruik jeugd en WMO, transformatie/bezuinigingen) zijn tot stand gekomen door voor verschillende bandbreedtes te bepalen wat de kans is dat het risico binnen de betreffende bandbreedte valt. Omdat daarbij al rekening wordt gehouden met de kans dat het risico binnen bepaalde bandbreedtes valt, wordt de uitkomst volledig meegenomen bij het bepalen van het benodigd weerstandsvermogen. |
Risicobedrag 2021 | 10,7 miljoen euro |
Kans 2021 | 100% |
Risicobedrag 2022 | 15,7 miljoen euro |
Kans 2022 | 100% |
Risicobedrag 2023 | 16,3 miljoen euro |
Kans 2023 | 100% |
Risicobedrag 2024 | 16,5 miljoen euro |
Kans 2024 | 100% |
Structureel/Incidenteel | Structureel |
1e signaleringsmoment | maart 2014 |
Actie | Wij hebben de laatste jaren maatregelen genomen om te zorgen dat de zorgkosten beter in control komen. Hierbij hebben we nadrukkelijk een koppeling gelegd tussen beleid, uitvoering en geld. Ter beheersing van deze problematiek streven wij er naar om door transformatie minder in te hoeven zetten op zwaardere zorg door te investeren in preventie aan de voorkant, de ontwikkeling van (basis) voorzieningen dichtbij, door burgerkracht en door stimuleren van zelf- en samenredzaamheid. Deze op transformatie gerichte beweging is onder meer in gang gezet door een gerichte opdrachtverlening aan Stichting WIJ Groningen, door het in werking stellen van het Gebieds Ondersteunend Netwerk (GON) en een verdere decentralisering van Beschermd Wonen. Meer recent ingezette ontwikkelingen zijn onder andere de aanpak voor multi probleemgezinnen waar spraken is van stapeling van door gemeente verstrekte voorzieningen én de inzet op Ondersteuner Jeugd en Gezin. In al deze verbeterslagen lopen inhoudelijke ambities en financiële doelstellingen samen op. Omdat er nog kansen bleven liggen als gevolg van gebrek aan ambtelijke capaciteit is hier ook in geïnvesteerd. Extra capaciteit was nodig om ontwikkelingen in kaart te brengen, te volgen en concreet om te zitten in zinvolle interventies en maatregelen samen met partners zoals bijvoorbeeld zorgpartijen , de zorgverzekeraar en de RIGG. Ontwikkeling van informatievoorziening maakt hier ook onderdeel vanuit. Dit alles met als doel beter in control te komen op het sociaal domein. We geven prioriteit aan de genoemde verbeterslagen en sturen in dit sociaal domein breed zowel op bestuurlijk als ambtelijk niveau aansturen. De komende jaren vinden er op de meeste trajecten aanbestedingstrajecten plaats. Hierbij hanteren we als uitgangspunt kostenbeheersing. |
Naam risico | Huisvesting LVV doelgroep |
---|---|
Programma 4: | Welzijn, gezondheid en zorg |
Omschrijving | De gemeente Groningen fungeert als opdracht- en subsidiegever voor de opvang en begeleiding van vreemdelingen zonder recht op opvang of verblijf. De doelgroep werd gehuisvest in het voormalig formule 1 hotel. Deze huisvesting is echter niet langer beschikbaar omdat het pand niet meer aan de brandveiligheidseisen voldoet.
Een klein deel van het risico kan worden opgevangen met de ruimte in het beschikbare budget voor de pilot LVV. Dit gaat om 163 duizend euro. Het totale risico komt daarmee op 2,9 miljoen euro. |
Risicobedrag 2021 | 2,9 miljoen euro |
Kans 2021 | 25% |
Risicobedrag 2022 | 0 |
Kans 2022 | 0 |
Risicobedrag 2023 | 0 |
Kans 2023 | 0 |
Risicobedrag 2024 | 0 |
Kans 2024 | 0 |
Structureel/Incidenteel | Incidenteel |
1e signaleringsmoment | Rekening 2020 |
Actie | Overleg met het Rijk over het vervolg na de pilot. Daarnaast kan het risico worden beperkt door alternatieve huur in de units toe te staan als de LVV eerder stopt. |
Naam risico | Bedrijfsrisico werkmaatschappijen (SPOT en Sport050) |
---|---|
Programma 5: | Sport en Bewegen/ Cultuur |
Omschrijving | We houden rekening met een risico bij de werkmaatschappijen Oosterpoort/ Stadsschouwburg (SPOT) en Sport050. |
Risicobedrag 2021 | |
Kans 2021 | |
Risicobedrag 2022 | 1,7 miljoen euro |
Kans 2022 | 25% |
Risicobedrag 2023 | 1,7 miljoen euro |
Kans 2023 | 25% |
Risicobedrag 2024 | 1,7 miljoen euro |
Kans 2024 | 25% |
Structureel/Incidenteel | Structureel |
1e signaleringsmoment | |
Actie |
Naam risico | Specifieke uitkering stimulering Sport (SPUK) |
---|---|
Programma 5: | Sport en bewegen |
Omschrijving | Om sport en beweging te stimuleren konden gemeenten, sportverenigingen en sportstichtingen de btw die aan hen in rekening werd gebracht in aftrek brengen. Dit recht op aftrek is met ingang van 1 januari 2019 vervallen. Om de ontwikkeling en instandhouding van sportaccommodaties en de aanschaf van sportmaterialen te stimuleren, kunnen gemeenten daarom jaarlijks een uitkering aanvragen ter compensatie van het btw-nadeel. |
Risicobedrag 2021 | 400 duizend euro |
Kans 2021 | 25% |
Risicobedrag 2022 | 400 duizend euro |
Kans 2022 | 25% |
Risicobedrag 2023 | 400 duizend euro |
Kans 2023 | 25% |
Risicobedrag 2024 | 400 duizend euro |
Kans 2024 | 25% |
Structureel/Incidenteel | Incidenteel |
1e signaleringsmoment | Begroting 2020 |
Actie | We hebben de financiële gevolgen van de wijziging aangeleverd bij het VNG. We volgen de ontwikkelingen op rijksniveau. |
Naam risico | Exploitatie Groninger Forum |
---|---|
Programma 6: | Cultuur |
Omschrijving | Forum Groninger is eind 2019 geopend. Voor de exploitatietekorten en aanloopkosten in de periode 2020-2024 is een bedrag van 3,3 miljoen beschikbaar. Na de periode van 5 jaar verwachten we dat Forum Groningen goed zicht heeft op de structurele exploitatie met voldoende mogelijkheden om zelf (bij) te kunnen sturen. De 3,3 miljoen is opgebouwd uit 2,3 miljoen voor dekking van exploitatiekosten en 1 miljoen voor onvoorziene aanloopkosten. In de begroting 2020 had Forum Groningen een tekort van ca. 380 duizend begroot. Het totale tekort van het Forum over 2020 is 1 miljoen. Die wordt voor 570 duizend gedekt uit een bijdrage van het Filmfonds van 270 duizend en 300 duizend uit de reserve voor de aanloopkosten. |
Risicobedrag 2021 | PM |
Kans 2021 | 100% |
Risicobedrag 2022 | PM |
Kans 2022 | 100% |
Risicobedrag 2023 | PM |
Kans 2023 | 100% |
Risicobedrag 2024 | PM |
Kans 2024 | 100% |
Structureel/Incidenteel | Structureel |
1e signaleringsmoment | Rekening 2014 |
Actie | Door middel van voortgangsgesprekken en rapportages wordt de realisatie van de exploitatie gevolgd. |
Naam risico | Parkeerbedrijf |
---|---|
Programma 7 : | Verkeer |
Omschrijving | Voor het bepalen van het risico van het parkeerbedrijf wordt een risico-analyse uitgevoerd voor de onderdelen: rente, opbrengsten en kosten, bezettingsgraad parkeergarages en straatparkeren. Bij de jaarrekening 2020 hebben wij voor 2021 het risico herijkt. We verwachten voor 2021 2,6 miljoen euro lagere opbrengsten te realiseren over het 1e half jaar 2021. Na de zomer verwachten we de begrote maandomzetten voor de rest van 2021 te kunnen realiseren. We hebben geen rekening gehouden met corona-compensatie. Voor de begroting 2021 was het risico voor 2021 ingeschat op 2,7 miljoen euro voor de periode 2021-2024, hier was voor jaarlaag 2021 een risico voor lagere opbrengsten straatparkeren en parkeergarages opgenomen van 0,785 miljoen euro. Het risico voor jaarlaag 2021 neemt derhalve toe met 1,8 miljoen euro tot 4,5 miljoen euro. Voor de jaren 2022-2024 hanteren we het bestaande risico, aangezien we dan verwachten dat we geen effecten meer zullen ondervinden van corona. |
Risicobedrag 2021 | 4,5 miljoen euro |
Kans 2021 | 100% |
Risicobedrag 2022 | 2,60 miljoen euro |
Kans 2022 | 100% |
Risicobedrag 2023 | 2,66 miljoen euro |
Kans 2023 | 100% |
Risicobedrag 2024 | 2,78 miljoen euro |
Kans 2024 | 100% |
Structureel/Incidenteel | Incidenteel |
1e signaleringsmoment | Al jaren in de P&C-documenten |
Actie | Wij zullen jaarlijks het benodigde weerstandsvermogen opnieuw berekenen. |
Naam risico | Parkeerhandhaving |
---|---|
Programma 7: | Verkeer |
Omschrijving | In de begroting houden we rekening met een geraamde opbrengst uit naheffingsaanslagen. We lopen een risico dat we de geraamde opbrengst in een jaar niet kunnen realiseren. Risicofactoren zijn bijvoorbeeld weersinvloeden die de handhaving bemoeilijken of technische storingen waardoor er niet gehandhaafd kan worden. Pas aan het eind van het jaar blijkt of de geprognosticeerde opbrengst is gehaald en of het risico zich voordoet. |
Risicobedrag 2021 | |
Kans 2021 | |
Risicobedrag 20221 | |
Kans 2022 | |
Risicobedrag 2023 | |
Kans 2023 | |
Risicobedrag 2024 | |
Kans 2024 | |
Structureel/Incidenteel | |
1e signaleringsmoment | |
Actie | Gezien de hoogte van de opbrengsten van de afgelopen jaren (voor corona) is het risico vervallen. |
Naam risico | Verkeer- en vervoersprojecten |
---|---|
Programma 7: | Verkeer |
Omschrijving | Risico's bij verkeer- en vervoersprojecten hebben voornamelijk betrekking op de hoogte van de investeringskosten. Vooraf worden deze risico's zover mogelijk teruggebracht en beheerst door voor de start van uitvoering zoveel mogelijk uitgewerkte ontwerpen en kostenramingen beschikbaar te hebben. Bij de grote verkeersprojecten (= investering meer dan 5 miljoen euro) bepalen we het risico op 10% van de investeringskosten. Daarbij beoordelen we de mogelijkheid om bij te sturen in het project (beheersmaatregelen). Op projectniveau kunnen dat bijvoorbeeld zijn: het werken met een plafondprijs in de aanbesteding, het rekening houden met een percentage onvoorzien in de kostenraming of het in beeld brengen van besparingsmogelijkheden. Risico's die niet binnen de beschikbare middelen van het project kunnen worden opgelost, worden meegenomen in het benodigde weerstandsvermogen voor verkeersprojecten. Voor projecten die voortvloeien uit de Netwerkanalyse 2013 (totale omvang gemeentelijke middelen 20 miljoen euro) is besloten dat voor- en nadelen mogen worden verrekend binnen het totale programma (gesloten financiering). Financiële tegenvallers kunnen dus binnen het totaal beschikbare budget worden opgevangen. Dit kan effect hebben op de projecten die uitgevoerd kunnen worden, maar voor het geheel geldt dat geen sprake is van een financieel risico voor de gemeente Groningen. Zernikelaan Stationsgebied Haren |
Risicobedrag 2021 | 0,9 miljoen euro |
Kans 2021 | 100% |
Risicobedrag 2022 | 0,9 miljoen euro |
Kans 2022 | 100% |
Risicobedrag 2023 | 0,9 miljoen euro |
Kans 2023 | 100% |
Risicobedrag 2024 | 0,9 miljoen euro |
Kans 2024 | 100% |
Structureel/Incidenteel | Incidenteel |
1e signaleringsmoment | Rekening 2017 |
Actie |
Naam risico | Gemeentelijk aandeel risicoproject Warmtestad BV |
---|---|
Programma 8: | Wonen |
Omschrijving | WarmteStad heeft op dit moment 2 typen activiteiten:
1. Warmtenet Noordwest |
Risicobedrag 2021 | 1,434 miljoen euro |
Kans 2021 | 100% |
Risicobedrag 2022 | 1,434 miljoen euro |
Kans 2022 | 100% |
Risicobedrag 2023 | 1,434 miljoen euro |
Kans 2023 | 100% |
Risicobedrag 2024 | 1,434 miljoen euro |
Kans 2024 | 100% |
Structureel/Incidenteel | Incidenteel |
1e signaleringsmoment | Begroting 2017 |
Actie | We monitoren voortdurend de stand van zaken |
Naam risico | Risico's bodemsanering |
---|---|
Programma 9: | Kwaliteit van de Leefomgeving |
Omschrijving | In het convenant ‘bodemontwikkelingsbeleid en spoedlocaties’ is afgesproken dat in 2015 alle bodemverontreinigingen die een risico voor de mens vormen (humane spoedlocaties) gesaneerd of beheerst zijn. Daarnaast is afgesproken dat de bodemverontreinigingen die onaanvaardbare risico’s bevatten voor het ecosysteem en/of bijdragen aan de verspreiding van de verontreiniging (de overige spoedlocaties), ook zoveel mogelijk gesaneerd of beheerst zijn. Op het grondgebied van de “gemeente Groningen oud” zijn nagenoeg alle locaties beheerst of gesaneerd en is in 2018 het project aanpak spoedlocaties afgesloten. Een aantal locaties zijn niet in eigendom van de gemeente. Wanneer een derde om welke reden dan ook de verantwoordelijkheid van de sanering niet kan nakomen, is de gemeente als bevoegd gezag verplicht een lopende spoedsanering tot een goed einde te brengen. De kans is klein dat er nog kosten voor rekening van de gemeente komen. Los van de spoedlocaties kunnen zich nieuwe situaties aandienen waarbij sprake is van risico's (schadeclaims, saneringen en randvoorwaarden bodem). In het geval deze situaties zich aandienen moeten we middelen beschikbaar stellen voor aanvullend (risico) onderzoek, eventuele tijdelijke beheermaatregelen en op iets langere termijn voor een definitieve oplossing. Voor het bepalen van het risico houden we rekening met kosten voor onderzoek en beheersmaatregelen. Uitgaande van drie gevallen per jaar schatten we het risico in op 500 duizend euro met een kans van 75%. Het gaat om een structureel risico. |
Risicobedrag 2021 | 1,4 miljoen euro structureel en 110 duizend euro incidenteel |
Kans 2021 | Diverse kansen |
Risicobedrag 2022 | 2,1 miljoen euro structureel |
Kans 2022 | Diverse kansen |
Risicobedrag 2023 | 2,1 miljoen euro structureel |
Kans 2023 | Diverse kansen |
Risicobedrag 2024 | 2,1 miljoen euro structureel |
Kans 2024 | Diverse kansen |
Structureel/Incidenteel | structureel en incidenteel |
1e signaleringsmoment | 2001 |
Actie | We monitoren voortdurend de stand van zaken |
Naam risico | Bezwaarprocedures |
---|---|
Programma 9: | Kwaliteit van de leefomgeving |
Omschrijving | Proces Wierden en Borgen |
Risicobedrag 2021 | pm |
Kans 2021 | |
Risicobedrag 2022 | pm |
Kans 2022 | |
Risicobedrag 2023 | pm |
Kans 2023 | |
Risicobedrag 2024 | pm |
Het Kans 2024 | |
Structureel/Incidenteel | Incidenteel |
1e signaleringsmoment | Jaarrekening 2008 |
Actie | Met ondersteuning van een belasting adviseur hebben we de zitting goed voorbereid. Op 28 april 2021 heeft het gerechtshof Arnhem Leeuwarden het hoger beroep van de gemeente Groningen gegrond verklaard. Woningcorporatie Wierden en Borgen heeft beroep ingesteld (cassatie) bij de Hoge Raad. We reageren op het beroepschrift in cassatie en wachten de uitspraak af. |
Naam risico | Geen middelen in de voorziening Afvalstoffenheffing |
---|---|
Programma 9: | Kwaliteit van de Leefomgeving |
Omschrijving | Het saldo van de voorziening afvalstoffenheffing is per 1 januari 2021 nul. In 2020 is een groot tekort ontstaan in de exploitatie van het onderdeel afvalstoffenheffing. Omdat het afvalbeleid nog niet geharmoniseerd was, konden we de tarieven niet indexeren. Daardoor is er 2 miljoen onttrokken aan de voorziening Afvalstoffenheffing. We hebben nu geen middelen meer in de voorziening om eventuele negatieve afwijkingen in de bedrijfsvoering 2021 op te kunnen vangen. Het tarief 2021 is immers 100% kostendekkend geraamd. Gezien de financiële omvang van 33,2 miljoen euro is een afwijking van ca. 500.000 euro reëel (1,5%). |
Risicobedrag 2021 | 500 duizend euro |
Kans 2021 | 50% |
Risicobedrag 2022 | |
Kans 2022 | |
Risicobedrag 2023 | |
Kans 2023 | |
Risicobedrag 2024 | |
Kans 2024 | |
Structureel/Incidenteel | incidenteel |
1e signaleringsmoment | Begroting 2021 |
Actie | We sturen strak op de uitgaven |
Naam risico | Verstrekte leningen en garanties |
---|---|
Programma 12: | Divers |
Omschrijving | In het treasurystatuut staat dat de verstrekking van leningen of garanties aan derden alleen is toegestaan vanuit de publieke taak. Het verstrekken van een lening of het afgeven van een garantie leidt voor de gemeente tot een risico dat de derde niet aan de verplichtingen kan voldoen. Gemiddeld genomen houden we rekening met een risico van 8% van de omvang van de lening/ garantie. Per geval wordt het risico afzonderlijk beoordeeld en gewaardeerd. Lening Enexis Lening Stichting Ebbingehof Verstrekte garantie en leningen voormalige gemeente Haren |
Risicobedrag 2021 | 2,6 miljoen euro |
Kans 2021 | 100% |
Risicobedrag 2022 | 2,5 miljoen euro |
Kans 2022 | 100% |
Risicobedrag 2023 | 2,4 miljoen euro |
Kans 2023 | 100% |
Risicobedrag 2024 | 2,3 miljoen euro |
Kans 2024 | 100% |
Structureel/Incidenteel | Incidenteel |
1e signaleringsmoment | jaarrekening 2006 |
Actie | Met het aflossen van de leningen, loopt het risico jaarlijks terug. |
Naam risico | Opgaven Vastgoedbedrijf | |
---|---|---|
Programma 12: | Diverse | |
Omschrijving | Het maatschappelijk vastgoed van de gemeente Groningen heeft een gemiddelde leeftijd van meer dan 40 jaren. De leeftijd van de vastgoedvoorraad brengt voor de toekomst forse vernieuwing- en moderniseringsopgaven met zich mee. Dit vraagt heldere koersbepaling op programmaniveau. Van een aantal programma’s is de koers al bepaald, dan wel wordt dit voorbereid. Het Integraal Huisvestingsplan Onderwijs is hiervan een voorbeeld en het Integraal Accommodatieplan Bewegingsonderwijs en Binnensport wordt voorbereid. Andere plannen waaraan gewerkt zijn bijvoorbeeld het Accommodatieplan (DMO) en een Strategische huisvestingsvisie (SSC/FSH). De projectmatige uitvoering van nieuw- en verbouw is belegd bij het Vastgoedbedrijf. De genoemde vernieuwing- en moderniseringsopgaven zijn gelet op de gebouwleeftijd, de dynamiek van de achterliggende (beleids-)programma’s en veranderende gebruikers(wensen) noodzakelijk en leiden tot forse financiële opgaven voor de toekomst. Voor vernieuwing en modernisering is niet structureel gespaard binnen de gemeente. De gereserveerde middelen voor beheer en onderhoud zijn ingericht instandhouding en beheer en onderhoud ‘as is’, uitgaande van het meest kosten efficiënte onderhoudsniveau (NEN niveau 3). Veroudering van de voorraad leidt tot toenemende kosten van instandhouding. Met de oprichting van het Vastgoedbedrijf is ingezet op professionalisering van de omgang met het maatschappelijk vastgoed. Onderdeel hiervan is dat de voorraad stapsgewijs wordt getoetst op conformiteit aan wettelijke eisen. In 2020 is het asbestonderzoek afgerond en zijn waar nodig maatregelen genomen. Tevens is in 2020 onderzoek verricht naar benodigde energielabels en is uitvoering ter hand genomen. In 2020 is ook gestart met brandveiligheidsonderzoek en beoogd wordt -bij positieve besluitvorming door de raad - in 2021 te starten met de uitvoering van maatregelen om het brandveilig gebruik van gemeentelijke gebouwen te borgen. Ook worden de meerjarenonderhoudsplannen nader gescand en verfijnd op volledigheid en kwaliteit. Dergelijke onderzoeken geven invulling aan eigenaarsverantwoordelijkheid en vormen de basis voor risicobeheersing en voorspelbaarheid van (toekomstige) keuzes en bijbehorende financiële opgaven. De meerjarenonderhoudsplannen hebben daarbij een directe relatie met de lange termijn keuzes op programmaniveau en de hieruit af te leiden pand strategieën Ook de impact en omvang van de verduurzaming van het maatschappelijk vastgoed tekent zich steeds helderder af. De in 2020 verschenen Landelijke Routekaarten onderstrepen de omvang van de opgave zowel uitvoeringstechnisch als financieel. Beoogd wordt in 2021 de verduurzamingsstrategie voor het maatschappelijk vastgoed van de gemeente Groningen vorm te geven via een (wettelijk verplichte) routekaart. De opgave is complex en vraagt nauwkeurige afweging in relatie tot de vernieuwing- en moderniseringsopgaven op programmaniveau. De benoemde ontwikkeling zullen in 2021 nader worden verwerkt in een meerjarenperspectief voor het vastgoedbedrijf, waardoor de gemeenteraad systematisch inzicht krijgt in de risico's, opgaven en keuzes rondom de vastgoedvoorraad. Hierin wordt ook de systematiek van de kostprijs-dekkende huur meegenomen. | |
Risicobedrag 2021 | PM | |
Kans 2021 | pm | |
Risicobedrag 2022 | ||
Kans 2022 | pm | |
Risicobedrag 2023 | ||
Kans 2023 | pm | |
Risicobedrag 2024 | ||
Kans 2024 | pm | |
Structureel/Incidenteel | ||
1e signaleringsmoment | ||
Actie | ||
Naam risico | Effecten coronavirus | |
Programma | Alle programma's | |
Toelichting | De corona pandemie heeft grote impact op de gemeentelijke financiën. In de begroting 2021 hebben we een risico opgenomen voor het effect van de maatregelen die zijn ingesteld om aantal besmettingen terug te brengen. Het effect is groot in het sociaal domein (toename werkeloosheid en effect op inkomensondersteuning en schuldhulpverlening, jongeren en ZZP's komen in de financiële problemen, minder mogelijkheden voor een beschutte werkplek, effect op transformatie opgaven in de zorg). Ook het effect in de sectoren sport, cultuur, economie en toezicht en handhaving zijn groot. Ook lopen we een risico bij het realiseren van geraamde opbrengsten (bijvoorbeeld bij parkeren, precario en logiesbelasting). Bij projecten en gebiedsontwikkelingen zien we nog geen toename van het risico. Van het Rijk ontvangen we aanvullende middelen om de effecten van de corona pandemie te kunnen opvangen. Dit verlaagt het risico. Onderstaand geven we een inschatting van het risico voor de verschillende sectoren. Dit leidt tot een incidenteel risico van6,5 miljoen euro. In dit risico is geen rekening gehouden met het effect van de corona pandemie op het risico voorde BUIG, het risico Parkeren en het risico bij de zorguitgaven. De effecten zijn meegenomen in de afzonderlijke risico's omdat deze niet los gezien kunnen worden van het reguliere risico. | |
Sport | We houden rekening met een risico dat de verhuurinkomsten van de sportaccommodaties teruglopen. Dit heeft betrekking op onder andere de verhuur aan sportverenigingen (door minder leden), verhuur aan scholen en overige verhuurinkomsten. Daarnaast houden we rekening met een verlaging van les- en cursusgelden en entreegelden bij de zwembaden en de ijsbaan. Het totale risico voor de inkomsten hebben we berekend op 2,6 miljoen euro. Voor een deel rekenen we op compensatie van het Rijk (1,4 miljoen euro). Daarmee komt het risico voor de gemeente op 1,2 miljoen euro. | |
Cultuur | In het geval de 1,5 meter maatregelen in 2021 van kracht blijven zijn alle cultuur evenementen verliesgevend. Dit leidt tot lagere inkomsten lager terwijl de kosten wel gemaakt worden of toenemen. Voor het bepalen van het risico houden we rekening met minder inkomsten van 2 miljoen euro. We verwachten dat we voor een deel gecompenseerd worden voor dit tekort. We houden daarom rekening met een risico van 1 miljoen euro.. | |
Werk en inkomen | De corona pandemie leidt tot een toename van de werkeloosheid. Voor de gemeente leidt dit tot op veel fronten tot hogere lasten (zoals meer uitkeringen, meer begeleidingskosten om mensen aan het werk te helpen, hoger kosten schuldhulpverlening). Het effect van corona op het aantal te verstrekken uitkeringen kan niet los worden gezien van het reguliere risico (risico BUIG). Daarom nemen we dit effect mee in het reguliere risico BUIG. De overige onderdelen lichten we hier toe. Naar aanleiding van de coronacrisis wordt het werkprogramma geactualiseerd. Dit zal leiden tot een hogere capaciteitsvraag (meer personeel om mensen naar werk te leiden). Binnen het werkprogramma komt de grootste focus te liggen op preventie van instroom in de uitkering (WW of bijstand). We verwachten dat de uitvoeringskosten zullen toenemen. Voor de begroting 2021 hebben we de extra kosten ingeschat op 1,3 miljoen euro. Daarbij hebben we een risico opgenomen voor onvoldoende compensatie door het Rijk. Inmiddels is duidelijk dat we van het Rijk middelen ontvangen voor ondersteuning en begeleiding naar werk, mogelijkheden voor om- en bijscholing, voorkomen jeugdwerkeloosheid (steun- en herstelpakket). We schatten in dat de middelen voldoende zijn om de extra kosten op te kunnen vangen. Daarom hebben we het risico op nul gezet. Tijdens de vorige crisis hebben we gezien dat een toename van armoede heeft geleid tot een stijging van het aantal mensen met problematische schulden. We verwachten dat het aantal mensen met schulden ook nu zal toenemen. Bij het bepalen van het risico in de begroting 2021 zijn we uitgegaan van een toenemend beroep op de schuldhulpverlening van 30%. Dit leidde tot een risico van 1,4 miljoen euro. Het Rijk heeft een regeling opengesteld die een tegemoetkoming biedt voor noodzakelijke kosten bij een sterke inkomensterugval (TONK). Deze regeling heeft als doel schulden te voorkomen. In het geval dat er schulden zijn ontstaan als gevolg van de coronacrisis, zijn extra middelen voor dienstverlening beschikbaar gesteld door het Rijk. We schatten in dat deze middelen voldoende zijn om de kosten te dekken. Daarmee zetten we het risico op nul. Bij de bijzondere bijstand zien we op korte termijn een risico bij de aanvullende bijstand voor jongeren van 18 tot 20 jaar (ouders kunnen niet meer voldoen aan de onderhoudsplicht). Ook lopen we een risico dat de besparing bij beschermingsbewind niet of later wordt gerealiseerd. Het risico voor de korte termijn schatten we in op 450 duizend euro. Op langere termijn verwachten we een toename van de uitgaven aan bijzondere bijstand doordat het aantal mensen met een laag inkomen (niet alleen bijstand) stijgt. In het steun en herstelpakket is voor 2021 240 duizend euro opgenomen voor een aanvullend beroep op de bijzondere bijstand. We houden rekening met een risico van 210 duizend euro. We zien dat het aantal SW detacheringen lager ligt dan verwacht. Niet alleen leeftijd en gezondheid van de SW-ers spelen een rol, de financiële positie van de inlener is nu meer dan voorheen een factor die van invloed is op het aantal detacheringen. Dit leidt voor de gemeente tot omzet derving. Mogelijk ontvangen we compensatie vanuit het Rijk, maar dit is nog niet duidelijk. Voor deze omzet schatten we het risico op omzetverlies op zo'n 15% wat neerkomt op100 duizend euro. | |
Inkomsten | Als gevolg van de corona crisis lopen we een risico dat de gemeentelijke inkomsten zullen achterblijven ten opzichte van de begroting. In totaal 2,3 miljoen euro (afgerond). We houden bijvoorbeeld rekening met een risico dat 1 miljoen euro aan OZB inkomsten oninbaar is, minder logies inkomsten van 200 duizend euro, lagere opbrengst bedrijfsafval 400 duizend euro, lagere leges burgerzaken (75 duizend euro), lagere inkomsten meikermis (250 duizend euro), leges vergunningaanvragen evenementen (106 duizend euro) en ESF subsidies (250 duizend euro). | |
Openbare ruimte | Door de 1,5 meter maatregelen is extra capaciteit nodig bij het beheer van de openbare ruimte (toezicht en handhaving). Het gaat bijvoorbeeld om de extra inzet voor het verwijderen van fietsen in het kernwinkelgebied en de tijdelijke opslag daarvan. We houden rekening met een risico van 500 duizend euro. | |
Parkeren | Het risico is dat de parkeerinkomsten zullen afnemen, vooral als gevolg van minder bezoekers aan de binnenstad. In 2020 zijn we hiervoor gecompenseerd. Het is niet duidelijk of dit ook in 2021 zal gaan gebeuren. Het risico op lagere parkeerinkomsten is meegenomen bij het risico parkeren. Daarnaast lopen we een risico dat de inkomsten uit parkeerhandhaving achter blijven bij de begroting. Dit risico schatten we in op350 duizend euro. Hierbij houden we rekening met 600 duizend euro compensatie van het Rijk | |
Organisatie | We zien dat de corona crisis leidt tot hogere kosten voor de organisatie. Het gaat hierbij bijvoorbeeld om het beschikbaar moeten stellen van faciliteiten voor thuiswerken, extra schoonmaak en hygiënekits voor medewerkers. We schatten het risico op dit onderdeel in op0,8 miljoen euro. | |
Risicobedrag 2021 | 6,460 miljoen euro | |
Kans 2021 | 50% | |
Risicobedrag 2022 | ||
Kans 2021 | ||
Risicobedrag 2023 | ||
Kans 2021 | ||
Risicobedrag 2024 | ||
Kans 2021 | ||
Structureel/Incidenteel | incidenteel | |
1e signaleringsmoment | rekening 2019 | |
Actie |
Naam risico | Niet halen bezuinigingen |
---|---|
Programma | Alle programma's |
Omschrijving | Bij voorgaande begrotingen tot en met 2021 zijn bezuinigingsmaatregelen vastgesteld. Niet alle voorgenomen bezuinigingen worden volledig en/of in het gewenste tempo gerealiseerd. We hebben elke nog niet gerealiseerde bezuinigingsmaatregel en nog te realiseren bezuinigingsmaatregel beoordeeld. Dit leidt tot een risico van 11,9 miljoen euro in 2021 oplopend tot 15,4 miljoen euro in 2024. Het risico loopt op omdat in het coalitieakkoord is afgesproken voor een periode van 3 jaar geen volledige loon- en prijscompensatie toe te passen. Dit leidt tot een efficiency taakstelling op de organisatie van 1,6 miljoen euro in 2020, 3,0 miljoen euro in 2021 en 4,7 miljoen euro vanaf 2022. |
Risicobedrag 2021 | 11,2 miljoen euro |
Kans 2021 | 100% |
Risicobedrag 2022 | 16,3 miljoen euro |
Kans 2022 | 100% |
Risicobedrag 2023 | 16,4 miljoen euro |
Kans 2023 | 100% |
Risicobedrag 2024 | 15,4 miljoen euro |
Kans 2024 | 100% |
Structureel/Incidenteel | Incidenteel/structureel |
1e signaleringsmoment | Begroting 2014 |
Actie | We sturen actief op realisatie van de maatregelen |
Naam risico | Stijging pensioenpremie | ||
---|---|---|---|
Programma | Alle programma's | ||
Omschrijving | Het bestuur van het pensioenfonds ABP waarschuwde medio juli 2021 voor het risico dat de pensioenpremie zou moeten stijgen. Gelet op de onzekerheid of en in welke mate een stijging van de pensioenpremie zich gaat voordoen is bij de begroting 2021 een structureel risico opgenomen van 2,5 miljoen euro per jaar met een kans van optreden van 50%. | ||
Risicobedrag 2021 | |||
kans 2021 | |||
Risicobedrag 2022 | |||
Kans 2022 | |||
Risicobedrag 2023 | |||
Kans 2023 | |||
Risicobedrag 2024 | |||
Kans 2024 | |||
Structureel/Incidenteel | |||
1e signaleringsmoment | |||
Actie | vervallen |
Naam risico | Fiscale risico's |
---|---|
Programma | alle programma's |
Omschrijving | Vennootschapsbelasting. Boekenonderzoek. |
Risicobedrag 2021 | Pm. |
Kans 2021 | Pm |
Risicobedrag 2022 | Pm |
Kans 2022 | Pm |
Risicobedrag 2023 | Pm |
Kans 2023 | Pm |
Risicobedrag 2024 | Pm |
Kans 2024 | Pm |
Structureel/Incidenteel | Structureel |
1e signaleringsmoment | Divers |
Actie |
Naam risico | Gemeentefonds |
---|---|
Programma 13: | Algemene inkomsten en post onvoorzien |
Omschrijving | De hoogte van de algemene uitkering wordt bepaald door de omvang en verdeling van het gemeentefonds. De omvang is gekoppeld aan de groei van de rijksbegroting. Voor 2020 en 2021 is echter besloten om de ontwikkeling van het accres te bevriezen op de stand van de voorjaarsnota 2020 van het Rijk. De huidige raming van de hoogte van de algemene uitkering is gebaseerd op de decembercirculaire 2020. De omvang van het gemeentefonds bedraagt in 2020 ruim 33 miljard euro. Het gemeentefonds is hierdoor de vierde grootste uitgavenpost op de rijksbegroting. Begin februari is de ROB advies gevraagd over de herziening van de financiële verhoudingen. Oftewel de herijking van de verdeling van het gemeentefonds. De laatste herziening van de financiële verhoudingen stamt uit 1997. Sindsdien is er veel veranderd in de opgaven voor gemeenten. Bijvoorbeeld de decentralisaties in het sociale domein en de toenemende regionale samenwerking op tal van terreinen. De herziening van de verdeling van de algemene uitkering is met behulp van de onderzoeksbureaus AEF en Cebeon uitgevoerd. Op basis van de voorlopige uitkomsten van de herziening blijkt dat Groningse en Friese gemeenten er onevenredig op achteruit gaan. Door de fondsbeheerders wordt dit ook onderkend en wordt gehint op een tijdelijke compensatieregeling door een deel van het gemeentefonds af te zonderen voor deze gemeenten. Door de noordelijke gemeenten is aangegeven dat deze oplossing niet toereikend is. Uiteindelijk besluit een nieuw kabinet over de herziening van de verdeling van het gemeentefonds en zal op zijn vroegst vanaf 2023 van kracht worden. De werking van de normeringssystematiek 2015 – 2020 is geëvalueerd. De huidige systematiek (van trap-op-trap-af) is beoordeeld aan de hand van toetsingscriteria en worden er varianten uitgewerkt om de normeringssystematiek, op onderdelen, aan te passen. Door gemeenten is geconcludeerd dat de normeringssystematiek werkt en daarom kan worden voortgezet. Uiteindelijk is het aan een nieuw kabinet om met de mede-overheden te besluiten over de te hanteren normeringssystematiek. De omvang van het BTW-compensatiefonds (BCF) is aan een plafond gekoppeld. Overschotten of tekorten op het fonds worden verrekend met het gemeentefonds. Het ministerie van BZK heeft in overleg met de VNG het standpunt ingenomen dat gemeenten zelf reëel dienen in te schatten welke verwachte ruimte onder het BCF plafond als verwachte bate kan worden opgenomen in de meerjarenraming. |
Risicobedrag 2020 | We hanteren het uitgangspunt dat specifieke kortingen (en uitzettingen) vanuit het rijk één op één met de sector worden verrekend. Voor het overige hanteren we een maximale omvang van het risico van 5% van de ingeschatte algemene uitkering. Het risico bedraagt maximaal 27,9 miljoen euro (naar boven of naar beneden). |
Risicobedrag 2021 | We hanteren het uitgangspunt dat specifieke kortingen (en uitzettingen) vanuit het rijk één op één met de sector worden verrekend. Voor het overige hanteren we een maximale omvang van het risico van 5% van de ingeschatte algemene uitkering. Het risico bedraagt maximaal 27,9 miljoen euro (naar boven of naar beneden). |
Kans 2021 | We gaan er vanuit dat de kans op een voordeel even groot is als de kans op een nadeel, hierdoor reserveren we hiervoor geen specifieke weerstandscapaciteit. |
Risicobedrag 2022 | |
Kans 2022 | |
Risicobedrag 2023 | |
Kans 2023 | |
Risicobedrag 2024 | |
Kans 2024 | |
Structureel/Incidenteel | |
1e signaleringsmoment | 1995 |
Actie | Forse afwijkingen worden zoveel mogelijk voorkomen en verkleind door het realistisch en stabiel ramen van de uitkeringen. |
Naam risico | Renterisico |
---|---|
Programma 13: | Algemene inkomsten en post onvoorzien |
Omschrijving | De renteveronderstellingen voor de begroting zijn gebaseerd op de verwachte ontwikkeling van de rente. De werkelijke renteontwikkeling kan hoger of lager uitvallen. Een beperkte afwijking zal zich zeker voordoen. Mutaties in de rente hebben gevolgen voor het resultaat. Het risico op een netto voordelig resultaat is even groot als het risico op een netto nadelig resultaat. |
Risicobedrag 2021 | pm |
Kans 2021 | |
Risicobedrag 2022 | pm |
Kans 2022 | |
Risicobedrag 2023 | pm |
Kans 2023 | |
Risicobedrag 2024 | pm |
Kans 2024 | |
Structureel/Incidenteel | Incidenteel |
1e signaleringsmoment | Doorlopend |
Actie | De renteresultaten worden jaarlijks toegelicht en inzichtelijk gemaakt in de rekening. |
Naam risico | Verzekeringen |
---|---|
Programma 14: | Algemene ondersteuning |
Omschrijving | Binnen de Gemeente Groningen zijn er een aantal risico's welke niet afgedekt zijn door verzekeringen. De kans op het zich voordoen van deze risico's is dermate klein maar de impact ervan kan groot zijn. De risico's welke hieronder vallen zijn fraude/berovingsrisico, milieuschade, cybercrime, motorrijtuigen, computer en glas. |
Risicobedrag 2021 | pm |
Kans 2021 | |
Risicobedrag 2022 | pm |
Kans 2022 | |
Risicobedrag 2023 | pm |
Kans 2023 | |
Risicobedrag 2024 | pm |
Kans 2024 | |
Structureel/Incidenteel | |
1e signaleringsmoment | Begroting 2018 |
Actie | Door het nemen van interne beheersingsmaatregelen worden de risico's beperkt. |