Jaarrekening 2020

Financieel beeld

Het resultaat voor bestemming over 2020 bedraagt 59,9 miljoen euro positief. Dit resultaat bestaat uit diverse afwijkingen die in de rekening per programma zijn toegelicht. De belangrijkste resultaten betreffen:

Onderwerp
(Bedragen x 1 miljoen euro)

Rekening 2020

Afval

-0,9

Afval zakelijke dienstverlening

-0,9

BBZ

0,5

Beschermd wonen

1,7

Bouwleges

6,5

BTW

-0,8

BUIG

0,9

Culturele instellingen

1,4

Energie transitie

1,6

ESF

1,4

Facilitair

1,6

Frictiekosten

0,8

Gemeentefonds

12,0

Gezondheidsbeleid

0,4

Grondzaken

10,1

Handhaving

-0,3

Hervormingen

-6,4

Intensiveringen

5,0

Jeugd

-6,4

Kinderopvang

1,2

Meerjarige projecten

4,0

Onderhoud en beheer sport

1,0

Onderhoud openbare ruimte

-1,2

Ondersteuning burgers

-0,3

Onderwijshuisvesting

2,3

OZB

1,9

Parkeren

0,4

Samenwerkingsverbanden

14,1

SIF

2,1

Sluiting sportaccommodaties

-2,7

Sociale accommodaties

0,4

Sociale Werkvoorziening

2,2

TOZO

1,3

Veiligheidsregio

-1,3

Verkeer & vervoer

0,6

Versnelling transformatie Sociaal Domein

0,3

WMO

0,2

Overig

5,2

Totaal 

59,9

Toelichting

Afval (N 860 duizend euro)
Afvalstoffenheffing (N 1,0 miljoen euro)
Bij de baten van de afvalstoffenheffing zien we voor de opgelegde heffingen een voordeel van 946 duizend euro, vooral veroorzaakt door het toegenomen aantal aansluitingen. Overige inkomsten leiden tot een voordeel van 195 duizend euro.
De hogere lasten van in totaal 2,2 miljoen euro doen zich voor bij diverse onderdelen. De belangrijkste zijn:

  • Hogere vuilverwerkingskosten, als gevolg van meer aanvoer van afval en hogere kosten van verbrandingsbelasting;
  • Meer inzet van inleenkrachten vanwege ziekte, vacatures en het coronavirus;
  • Een hogere eindafrekening van het ARCG (Afvalbeheer Regio Centrum Groningen).

Overige (V 186 duizend euro )
Op de overige afvalstromen en overige verschillen zien we per saldo een voordelig resultaat van 186 duizend euro.

Afval zakelijke dienstverlening (N 946 duizend euro)
De omzet van de zakelijke dienstverlening is lager dan in voorgaande jaren (1,1 miljoen euro). Daar heeft het coronavirus voor een groot deel een rol in gespeeld maar we zijn ook een aantal klanten kwijtgeraakt. Deze omzetverlaging - die zich vooral voordeed bij de inzameling van bedrijfsafval - kon voor een beperkt deel worden opgevangen door lagere lasten waaronder een lagere toerekening van kosten materieel. Daarnaast hebben we extra personeel ingehuurd door ziekte van het eigen personeel of vanwege een quarantaineverplichting.

Bijstand voor zelfstandigen (BBZ) (V 469 duizend euro)
In 2020 hebben minder zelfstandigen een beroep gedaan op de BBZ, vanwege de steunmaatregel TOZO. Hierdoor is een voordeel van 168 duizend euro ontstaan. Daarnaast hebben we van het rijk voor de voormalige gemeenten Haren en Ten Boer nog een bedrag van 213 duizend euro over oude jaren ontvangen. Ons voordeel op (terug)ontvangsten verstrekte bedrijfskredieten van voor 1 januari 2020 bedraagt 64 duizend euro. De overige verschillen BBZ tellen op tot een voordeel van 24 duizend euro.

Beschermd wonen (V 1,7 miljoen euro)
Het regionale resultaat van Beschermd Wonen is ruim 5,0 miljoen euro voordelig. Zowel de ZIN-kosten (3,5 miljoen euro) als de PGB-kosten (0,8 miljoen euro) vallen lager uit. Het aantal cliënten was lager dan we vooraf hebben ingeschat. Daarnaast was de rijksbijdrage 0,7 miljoen euro hoger dan verwacht. Tenslotte is er een voordeel van 0,9 miljoen euro op de organisatiekosten. Het aandeel van de gemeente Groningen in het voordeel van 5,1 miljoen euro bedraagt 2,0 miljoen euro. Hiervan wordt 0,3 miljoen euro verantwoord bij het Gemeentefonds, aangezien we dit bedrag in de decembercirculaire hebben ontvangen en niet meer naar het uitvoeringsprogramma kon worden gebracht in 2020.

Bouwleges (V 6,5 miljoen euro)
In 2020 is een meeropbrengst op de bouwleges gerealiseerd van 7,8 miljoen euro vooral door een forse stijging van het aantal verleende vergunningaanvragen. De kosten die samenhangen met de bouwleges zijn weliswaar ook toegenomen (1,3 miljoen euro hoger dan begroot), maar minder hard doordat ruim de helft van de leges grote bouwprojecten betreft (legesbedrag > 200 duizend euro). Hiervan zijn de legeskosten in verhouding lager dan die van kleinere bouwprojecten (legesbedrag < 200 duizend euro).

BTW (N 781 duizend euro)
BTW-compensatiefonds (N 1,070 miljoen euro)
We hebben in 2020 ruim 1 miljoen euro minder BTW voor de riolering verrekend dan geraamd. Dit nadeel wordt vooral verklaard doordat een aantal investeringsprojecten voor een totaalbedrag van afgerond 7 miljoen euro nog in uitvoering zijn of pas in 2021 worden uitgevoerd. De betaling van de betreffende facturen en daarmee de verrekening van de BTW zal dan ook pas in 2021 plaatsvinden. Dan wordt dit nadeel weer gecompenseerd.

Mengpercentage BTW overhead (V 289 duizend euro)
Op basis van verdeelsleutels komt een deel van de overhead in aanmerking voor compensabele BTW. In het vierde kwartaal van 2020 is op deze verdeelsleutel een correctie doorgevoerd. Dit was niet begroot en resulteert daarmee in een voordeel van 289 duizend euro.

BUIG (V 851 duizend euro)
In 2020 is een tekort op de BUIG gerealiseerd van 13,5 miljoen euro. Ten opzichte van het begroot tekort van 14,4 miljoen euro is dit afgerond 0,9 miljoen euro minder negatief. Het verschil wordt verklaard door een hoger BUIG-budget (7,9 miljoen euro voordeel), hogere netto bijstandsuitgaven (5,0 miljoen nadeel) en een lagere vangnetuitkering (2,0 miljoen nadeel).

Culturele instellingen (V 1,4 miljoen euro)
Ondersteuning culturele instellingen coronacrisis (V 1,1 miljoen euro)
De culturele instellingen zijn zwaar getroffen door de coronacrisis. Van het Rijk hebben we in 2020 in totaal ruim 2 miljoen euro ontvangen. Middels het coronasteunpakket van 2020 is van de ontvangen middelen 900 duizend euro besteed. In 2021 komen de culturele instellingen met hun jaarrekeningen over 2020. Dan worden de daadwerkelijke tekorten van de instellingen zichtbaar.

Gevolgen coronacrisis SPOT (V 239 duizend euro)
De maatregelen ten aanzien van de coronacrisis hebben tot gevolg gehad dat veel evenementen werden verplaatst of geannuleerd, of plaatsvonden met veel minder publiek dan geprognosticeerd. Dit heeft grote gevolgen gehad voor de inkomsten uit programmering en horeca. Ook was het van invloed op de inzet van personeel, de bedrijfsvoering en de uitvoering van de investeringsprojecten.
Op basis van een verwacht nadeel van 1 miljoen euro is via het gemeentelijke steunpakket compensatie verstrekt ter hoogte van 500 duizend euro en hebben we via de rijksregeling Fonds podiumkunsten eveneens 500 duizend euro ontvangen. Daarnaast hebben we een aanvraag gedaan bij het KickstartCultuurfonds. Door de coronacompensatie is per saldo sprake van een voordeel van 239 duizend euro.

Energie transitie (V 1,6 miljoen euro)
Binnen dit onderdeel zijn er een drietal resultaten te onderscheiden:

  • Regionale Energiestrategie (RES) (V 267 duizend euro) : In 2019 hebben we van het Rijk middelen ontvangen voor de totstandkoming van de Regionale Energiestrategie (RES). Deze middelen hebben betrekking op de jaren 2019 tot en met 2021, waarbij de inkomsten voorlopen op de uitgaven.
  • Wijkaanpak (V 181 duizend euro) : Voor het opstellen van uitvoeringsplannen voor de energietransitie op wijkniveau hebben we van het Rijk incidenteel middelen ontvangen (410 duizend euro). Deze middelen zijn in 2020 deels ingezet.
  • Proeftuin aardgasvrije wijken (V 1,2 miljoen euro) : In het kader van het Programma Aardgasvrije Wijken hebben we een incidentele rijksbijdrage ontvangen. Deze middelen zullen worden ingezet voor dit project. In de proeftuin leren gemeenten samen met bewoners en belanghebbenden hoe een bestaande wijk van het gas kan worden gehaald. Van de beschikbare middelen is een beperkt deel ingezet in 2020.

ESF subsidie (V 1,4 miljoen euro)
Uit de definitieve subsidie afrekening 2015-2019 is een voordelig resultaat ontstaan van 2,4 miljoen euro. Hiervan is 1 miljoen euro in de reserve ESF gestort conform het in december 2020 vastgestelde raadsvoorstel ‘Resultaat Europees Sociaal Fonds ESF 20214-2020’. Hierdoor resteert een bedrag van 1,4 miljoen euro.

Facilitaire zaken (V 1,6 miljoen euro)                                   
In 2020 is er minder uitgegeven aan onderhoud en projecten op kantoorruimte- en inrichting (600 duizend euro) onderhoud multi-functionals (270 duizend euro), vrijval kapitaallasten (250 duizend euro), vracht en verzendkosten (180 duizend euro), Catering en BHV (200 duizend euro). Daarnaast is er een deel vrijval op formatie facilitair personeel (250 duizend euro). Verder zien we dat er minder externe inkomsten binnen zijn gekomen dan begroot, wat deels weer is gecompenseerd door interne inkomsten. In 2020 is dit uitgekomen op een nadeel van 70 duizend euro. Per saldo levert dit een incidenteel voordeel op van 1,6 miljoen euro.

Frictiekosten (V 818 duizend euro)
In de begroting 2020 is rekening gehouden met een dotatie aan deze voorziening, maar de werkelijke dotatie viel echter flink lager uit wat een voordeel van 814 duizend euro oplevert. Dit voordeel wordt met name veroorzaakt doordat er medewerkers in de voorziening waren opgenomen die nu geen herplaatsers meer zijn. Voor de inzet van herplaatsers in het kader Van Werk naar Werk op externe detacheringsbasis is een voordeel van 306 duizend euro behaald. Daarnaast zijn er kosten gemaakt voor de mobiliteitspool, het programma en bijdrages aan frictiekosten van diverse programma’s wat resulteert in een tekort van 302 duizend euro. Per saldo bedraagt het voordeel op frictiekosten in 2020 818 duizend euro.

Gemeentefonds (V 12,0 miljoen euro)
Het resultaat op de algemene uitkering gemeentefonds bedraagt 12,0 miljoen euro voordelig. Het voordelige resultaat betreft de optelsom van een aantal afwijkingen die hierna worden toegelicht:

Algemene uitkering 2018 en 2019 (V 666 duizend euro)
Bijstelling van maatstaven over 2018 en 2019 leiden tot een voordeel van 666 duizend die niet was begroot.

Landelijke ontwikkelingen (V 4,5 miljoen euro)
De begroting 2020 is gebaseerd op de meicirculaire 2019. Bijstelling van de uitkeringsfactor in de septembercirculaire 2019, mei-, septembercirculaire en decembercirculaire 2020 leiden tot een positieve bijstelling van de uitkeringsfactor van per saldo 17 punten over 2020 en levert een voordeel van 4,5 miljoen euro op.

Plaatselijke ontwikkelingen (V 5,4 miljoen euro)
Op basis van actuele informatie zijn de standen van een groot aantal verdeelmaatstaven geactualiseerd die per saldo resulteren in een voordeel van 3,6 miljoen euro. Daarnaast zijn in de decembercirculaire 2020 zijn een aantal mutaties voor in totaal 1,8 miljoen euro geweest die vanwege het tijdstip waarop deze mutaties bekend zijn gemaakt niet meer verrekend konden worden met de betreffende programma’s.

Integratie- en decentralisatie uitkeringen (V 1,5 miljoen euro)
In de decembercirculaire 2020 zijn bij vijf decentralisatie- en integratie uitkeringen mutaties voor in totaal ruim 1,0 miljoen euro geweest die vanwege het tijdstip waarop deze mutaties bekend zijn gemaakt niet meer verrekend konden worden met de betreffende programma’s. Daarnaast is hebben we de verhoging van de IU Participatie (175 duizend euro) laten vrijvallen om de verlaging van de LPO Jeugd en Wmo te compenseren. In de septembercirculaire 2020 was compensatie van meerkosten verkiezingen voor 462 duizend euro opgenomen. Hiervan is naar verwachting 200 duizend euro nodig in 2020.

Gezondheidsbeleid (V 410 duizend euro)
In de meicirculaire 2019 is voor de jaren 2019, 2020 en 2021 jaarlijks 72 duizend euro beschikbaar gesteld voor de impuls Kansrijke start. In 2020 resteert een bedrag van 100 duizend euro. Conform het projectplan Kansrijke start Groningen 2020-2022 zetten we deze middelen de komende jaren in. Daarnaast zijn de uitgaven in het kader van Healthy ageing, gezondheid gebiedsgericht en rijksvaccinatie mede door corona lager dan begroot.

Grondzaken (10,1 miljoen euro)
In 2020 hebben we een voordelig resultaat op Grondzaken gerealiseerd. Een belangrijke oorzaak is gelegen in diverse waarderingseffecten en het gering aantal afwaarderingen. Daarnaast zijn er hogere verkoopopbrengsten en vrijval van kapitaallasten Meerstad. Voor een nadere onderbouwing van deze resultaten verwijzen wij naar de paragraaf Grondbeleid.

Handhaving (N 288 duizend euro)
Mede door de situatie naar aanleiding van corona maatregelen heeft dit geleid tot extra inzet van handhaving op diverse terreinen. Hiervoor hebben we een compensatie van in totaal 768 duizend euro vanuit het rijk ontvangen, maar heeft per saldo nog wel tot een nadeel geleid.

Hervormingen (N 6,4 miljoen euro)
De hervormingen in de begroting 2020 zijn voor een deel niet gerealiseerd en leidt tot een nadeel van 5,6 miljoen euro. Daarnaast is een deel van de hervormingen op de organisatie nog niet gerealiseerd en geeft een nadeel van 721 duizend euro. In de begroting 2021 is via de opgaven deel van deze taakstelling verlaagd. Tot slot kan de taakstelling op invoering restwaarde maatschappelijk vastgoed niet volledig worden gerealiseerd. Dit leidt tot een nadeel van 109 duizend euro. In de begroting 2021 is dit tekort via de opgaven structureel gedekt. Voor een nadere onderbouwing van deze resultaten verwijzen wij naar het onderdeel Hervormingen in de jaarrekening.

Intensiveringsmiddelen (V 5,0 miljoen euro)
Jaarlijks ontstaat in de rekening een resultaat onder de beschikbare intensiveringsmiddelen omdat deze middelen niet (geheel) worden uitgegeven. Dit betreffen zowel incidentele als structurele intensiveringsmiddelen. Het voordeel op vrijval van intensiveringsmiddelen bedraagt in 2020 5,0 miljoen euro:

Omschrijving
 (Bedragen x 1 miljoen euro)

Bedrag

V/N

I/S

Aanpak problematische doelgroepen

113

V

I

Actiecentrum Veiligheid en Zorg Groningen

82

V

I

Basisbaan

366

V

I

Compensatie OZB woningen Haren en Ten Boer

8

V

I

Emissievrij wagenpark

231

V

S

Energie

87

V

S

Extra kleedkamers sportpark Corpus den Hoorn

27

V

S

Gebiedsgericht werken - bedrijfsvoering

712

V

I/S

Gebiedsgericht werken - evenementen binnenstad

168

V

I

Gebiedsgericht werken - projecten

739

V

I

Gele stenen binnenstad

168

V

S

MFA de Wijert

140

V

S

Noordelijk Belastingkantoor

367

V

I

Renovatie Papiermolen

31

V

S

School Meerstad

394

V

S

Structurele kapitaallasten ruilmiddelen

963

V

S

Werkprogramma begeleiding en participatie

428

V

I

Totaal

5.024

V

De vrijval op intensiveringsmiddelen telt in totaal op tot 9,0 miljoen euro. Een aantal van de posten van in totaal 4,0 miljoen euro zijn nauw verbonden met resultaten op andere onderdelen en derhalve in de toelichting op het resultaat daar meegenomen.

Omschrijving
(Bedragen x 1 miljoen euro)

Bedrag

V/N

Onderdeel

I/S

Accommodatiebeleid

50

V

Accommodatiebeleid

S

BUIG

851

V

BUIG

I

Implementatie omgevingswet

719

V

Meerjarig project

I

Implementatie WVGGZ

445

V

WMO

S

Multiproblematiek

428

V

WMO

I

Plankosten ZRW

304

V

SIF

I

Project transitie DIV

561

V

Meerjarig project

I

Virtueel Groningen

289

V

Meerjarig project

I

Weglekbudget

308

V

Hervormingen

S

Totaal

3.955

V

Jeugd zorgkosten (N 6,4 miljoen euro)
Gevolgen coronavirus (N 2,3 miljoen)
Het Rijk heeft middelen voor meerkosten en inhaalzorg verstrekt op basis van extern onderzoek. Deze compensatie is ruim voldoende om de meerkosten te dekken maar onvoldoende om de kosten van inhaalzorg te dekken. Daarnaast is de aan aanbieders verstrekte omzetcompensatie hoger uitgevallen dan op basis van het geschatte omzetverlies werd verwacht. Per saldo leidt dit tot een nadeel van 1,5 miljoen euro. Daarnaast zijn de zorgkosten in 2020 met 0,8 miljoen euro gestegen. Met name in de laatste maanden van 2020 is een stijging van het aantal cliënten en kosten zichtbaar. Wij schrijven dit toe aan de toegenomen en intensievere zorgvraag als gevolg van de coronacrisis.

Hogere realisatie jeugdhulp 2019 (N 1,3 miljoen euro)
De definitieve realisatie 2019 is 1,3 miljoen euro hoger uitgevallen dan werd verwacht bij het opstellen van de begroting 2020. De hogere realisatie werkt structureel door en heeft ook in 2020 tot een nadeel van 1,3 miljoen euro geleid.

Achterblijven realisatie taakstellingen acceleratie WIJ (N 1,2 miljoen euro)
De taakstelling acceleratie WIJ (inclusief OJG) bedroeg 2,95 miljoen euro voor 2020. WIJ Groningen heeft ten opzichte van 2019 een besparing op de zorgkosten jeugd gerealiseerd van 1,8 miljoen euro. Vanwege de coronacrisis konden cliënten niet bezocht worden in het kader van de integrale aanpak multiprobleemgezinnen, konden OJG-ers in bepaalde periodes niet aan het werk in huisartsenpraktijken en was de implementatie van nieuwe werkwijzen moeilijk door beperkte aanwezigheid van medewerkers. Dit zijn belangrijke oorzaken van het achterblijven van de realisatie van de ingeboekte besparingen.

Tariefstijging GI’s (N 0,7 miljoen euro)
Met de gecertificeerde instellingen (GI’s) zijn eind 2019 in regionaal verband afspraken gemaakt over een verbeterplan om achterstanden weg te werken en om achterstanden te voorkomen, kwaliteit te verbeteren en het grote personeelsverloop en een hoog ziekteverzuim terug te dringen. Daartoe was een verhoging van de tarieven noodzakelijk. Deze tariefsverhoging was niet begroot.

Afspraken Jeugdhulp Plus (N 0,5 miljoen euro)
We hebben voor Elker en Jeugdhulp Friesland invulling gegeven aan de nadere gemaakte afspraken over een verhoging van de tarieven met terugwerkende kracht. Dit leidt tot een nadeel van 0,5 miljoen euro.

Nagekomen lasten oude jaren (N 0,8 miljoen euro)
In de zomer van 2020 hebben we de afrekeningen van de RIGG en de SVB over 2019 ontvangen. Deze afrekeningen leiden tot een nadeel van ruim 0,5 miljoen euro. Daarnaast is uit het traject van de eindafrekening RIGG over 2020 een nagekomen last over oude jaren van ruim 0,2 miljoen euro naar voren gekomen.

Overige (V 0,4 miljoen)
Overige voor- en nadelen binnen jeugdhulp tellen op tot 0,4 miljoen euro voordelig.

Kinderopvang (V 1,2 miljoen euro)
Het voordeel kent diverse oorzaken. Zo zijn de uitgaven op de kwaliteitsbewaking kinder- en gastopvang 203 duizend euro lager, omdat niet alle geplande inspecties door de GGD konden worden uitgevoerd. Ook is de geplande uitbreiding van de inspecties door de coronacrisis uitgebleven. Daarnaast hebben we een voordeel van 208 duizend euro op de noodopvang en ouderbijdrage van ouders met een cruciaal beroep. Mede door het relatief laag aantal besmettingen in Groningen, hebben weinig ouders gebruik gemaakt van de noodopvang. Ditzelfde beeld zie we ook bij de voorschoolse peuteropvang. De voorschoolse peuteropvang heeft een beperkt aantal aanvragen van ouders voor teruggave eigen bijdrage ontvangen. De lasten zijn daardoor 99 duizend euro lager dan de rijksvergoeding. Na afloop van het jaar bleek de subsidievaststelling van 2 peuteropvang organisaties lager te zijn dan begroot. Dit levert een voordeel van 556 duizend euro op.
Tot slot zien we een structureel voordeel van 150 duizend euro op het budget kwaliteitsinspecties op de kinder- en gastouderopvang (uitgevoerd door de GGD), met name doordat er sprake is van een hogere uitkering van het Rijk.

Meerjarig projecten (V 4,0 miljoen euro)
Onderstaande projecten zijn als meerjarige exploitatieprojecten aangemerkt door de raad. Budgetten hiervoor zijn beschikbaar gesteld voor de gehele looptijd van deze projecten.

Meerjarige projecten
(Bedragen x 1 miljoen euro)

Resultaat

V/N

Accommodatieontwikkeling Oosterparkwijk

251

V

Businesscase Outsourcing ICT

1.940

V

Centrumvisie Haren

47

V

Fonds Dijkpark

126

V

Gemeentelijke herindeling

-1.184

N

Implementatie omgevingswet

719

V

Lump sum aardbevingen

762

V

Meerjarenproject Opruimen SBR korrels kunstgrasvelden

115

V

Nieuwe huisvesting de Oosterpoort

163

V

Programma Vernieuwing Applicaties Sociaal Domein

225

V

Project transitie DIV

853

V

Revitalisering Stadhuis   

-631

N

Tijdelijke huisvesting Stadhuis Radesingel

48

V

Uitvoeringsprogramma Bodem en Ondergrond

228

V

Virtueel Groningen

365

V

Totaal

4.027

Hieronder volgt een toelichting op de resultaten groter dan 500 duizend euro.

Business case Outsourcing ICT (V 1,9 miljoen euro)
In 2020 vertraagde de transitie van de generieke ICT naar Fujitsu waardoor 2,5 miljoen euro van het daarvoor bestemd projectgeld niet in 2020 werd besteed. Hiermee samenhangend werd daarnaast 800 duizend euro van het projectbudget voor het project standaardisatie en rationalisatie niet uitgegeven in 2020. Deze uitgaven verschuiven naar 2021. Naast deze voordelen was er in 2020 een nadeel doordat ruim 1,0 miljoen euro extra projectkosten gemaakt moesten worden voor de transitie van de generieke ICT. Daarnaast betekende de vertraging in de transitie dat 300 duizend euro aan taakstelling voor het project standaardisatie en rationalisatie niet in 2020 kon worden gerealiseerd.

Gemeentelijke herindeling (N 1,2 miljoen euro)
Ter dekking van de herindelingskosten stelt het rijk via het Gemeentefonds in de periode 2017-2022 middelen ter beschikking. Vanwege de korte doorlooptijd lopen deze te ontvangen rijksbijdragen niet gelijk op met de te maken kosten. Tot en met 2020 is 1,184 miljoen euro meer uitgegeven dan van het rijk is ontvangen. Deze overschrijding wordt gedekt door de nog te ontvangen rijksbijdragen in 2021 en 2022.

Implementatie omgevingswet (V 719 duizend euro)
Eind 2020 valt van de beschikbare middelen beschikbare middelen voor de implementatie van de Omgevingswet 719 duizend euro vrij. De belangrijkste oorzaken zijn de vertraging in het digitaliseringsproces van het archief en het uitstel van de invoering van de Omgevingswet.

Lump sum aardbevingen (V 762 duizend euro)
Voor het versterkingsprogramma hebben we een bijdrage van het Rijk ontvangen voor onder meer algemene voorbereiding, beleid, sturing, proces en planvorming (2,5 miljoen euro). Eind 2020 resteert hiervan 762 duizend euro.

Project transitie DIV (V 853 duizend euro)
Onder meer onder invloed van corona is het meerjarig project transitie documentaire informatievoorziening (DIV) vertraagd en hierdoor zijn er in 2020 minder kosten gemaakt dan verwacht en valt er 853 duizend euro vrij in 2020.

Revitalisering Stadhuis (N 631 duizend euro)
De uitgaven aan de revitalisering van het stadhuis bedragen in 2020 1,4 miljoen euro. Het budget in 2020 bedraagt 799 duizend euro. Het negatieve saldo van 631 duizend euro wordt verrekend met de nog beschikbare bedragen voor het meerjarig project.

Onderhoud en beheer sport (V 1,0 miljoen euro)
Door sluiting van de sportaccommodaties waren de lasten voor storingsonderhoud en beheer (onder andere schoonmaak) lager dan begroot.

Onderhoud openbare ruimte (N 1,2 miljoen euro)
Groen- en speelvoorzieningen (N 469 duizend euro)
De beheermaatregelen tegen de essentaksterfte leiden tot hogere lasten van 94 duizend euro. Daarnaast zorgt een stijging in het aantal uitgevoerde groot onderhoudsprojecten groen voor hogere lasten van 162 duizend euro.
Ook leidt de geactualiseerde toerekening van kosten materieel tot hogere lasten van 196 duizend euro. Deze toerekening vindt plaats aan de hand van een verdeelsleutel. In 2020 hebben we deze verdeelsleutel geactualiseerd. Tot slot tellen overige kleinere afwijkingen op tot een nadeel van 17 duizend euro.

Verkeersvoorzieningen (N 382 duizend euro)
Hogere lasten zijn vooral ontstaan door extra herstelwerkzaamheden van verkeersregelinstallaties (267 duizend euro) en openbare verlichting (385 duizend euro). Daarnaast is er een voordeel van 166 duizend euro op de projecten groot onderhoud (led en armaturen). Ook hebben we verzekeringsuitkeringen ontvangen als gevolg van schadeclaims bij het onderhoud van verkeersregelinstallaties en openbare verlichting. Dit leidt tot hogere baten van 103 duizend euro.

Wegen (N 574 duizend euro)
Een stijging in het aantal (onderhouds-)meldingen leidt tot hogere apparaatskosten van 359 duizend euro. Ook zijn er hogere kosten voor herstraten (104 duizend euro). Hier staan hogere opbrengsten tegenover. Op het programmabudget groot onderhoud wegen ontstaat een nadeel van 129 duizend euro. Overige kleinere afwijkingen tellen op tot een nadeel van 86 duizend euro.

Groot onderhoud civiele kunstwerken, onder andere bruggen en kademuren (N 347 duizend euro)
Dit nadelige resultaat wordt vooral verklaard doordat het project Damwand Eemskanaal, gepland in 2019, pas in 2020 tot uitvoering is gekomen (383 duizend euro). Daarnaast zijn er kleinere positieve afwijkingen van in totaal 36 duizend euro.

Kapitaallasten investeringsprojecten groot onderhoud (V 310 duizend euro)
In de begroting 2020 hebben we voor de investeringsprojecten groot onderhoud kapitaallasten geraamd. Eind 2020 valt een deel van deze begrote middelen vrij. Dit wordt enerzijds veroorzaakt doordat projecten achterlopen. Daarnaast geldt voor gereedgekomen projecten in 2020 dat hierop pas in 2021 wordt afgeschreven

Overig beheer openbare ruimte (V 240 duizend euro)
Overige resultaten binnen beheer openbare ruimte leiden tot een voordeel van 240 duizend euro.

Ondersteuning burgers (N 317 duizend euro)
Door de coronacrisis hebben we bijdragen geleverd voor onder meer de voedselbank en de tijdelijke ondersteuning sekswerkers. Daarnaast hebben we extra noodgelden en bonnen voor warenhuizen verstrekt. Boven op de inzet vanuit reguliere budgetten is sprake van een nadeel van 317 duizend euro.

Onderwijshuisvesting (V 2,3 miljoen euro)
Verkoop onderwijspanden (V 1,3 miljoen euro)
Wij hebben het pand aan de Woldweg 7 en het pand aan de Beatrixlaan 1 verkocht. Deze verkopen waren niet begroot in 2020.

Kapitaallasten Onderwijshuisvesting (V 547 duizend euro)
Het voordeel op de kapitaallasten wordt enerzijds verklaard doordat met name vanuit de voormalige gemeenten Haren en Ten Boer investeringsprojecten later dan begroot worden gerealiseerd, effect is 1,1 miljoen euro. Hiertegenover staan hogere kapitaallasten doordat projecten eerder dan begroot zijn gerealiseerd (286 duizend euro). In het verleden is incidenteel bouwrente op projecten niet meegenomen in het investeringskrediet, dat is niet in overeenstemming met de financiële verordening, in 2020 is eenmalig 318 duizend euro aan bouwrente in de exploitatie verantwoord. Voor huidige projecten wordt de bouwrente meegenomen in het krediet.

Programma onderwijshuisvesting (V 134 duizend euro)
We hebben de wettelijke taak om huisvesting te verzorgen voor scholen in het primair en secundair onderwijs. In dit kader worden aan scholen beschikkingen afgegeven om werkzaamheden uit te voeren aan de schoolgebouwen. Omdat voor 870 duizend euro aan beschikkingen is doorgeschoven naar 2021 is een voordeel ontstaan. Hiertegenover staan niet begrote uitgaven voor 148 duizend euro, omdat beschikkingen uit voorgaande jaren niet zijn begroot, maar wel uitgekeerd.
Daarnaast is een nadeel van 217 duizend euro ontstaan omdat beschikkingen als krediet zijn aangevraagd, maar als onderhoud zijn te kwalificeren. Tot slot heeft een wijziging in de systematiek betreffende de gymvergoedingen plaatsgevonden. De gymvergoedingen worden met ingang van 2020 vooraf betaald in plaats van achteraf. Dit betekent dat in 2020 zowel de vergoedingen over 2019 als 2020 zijn verantwoord, een nadeel van 348 duizend euro. Door nog wat kleine verschillen is per saldo sprake van een voordeel van 134 duizend euro.

Overige verschillen onderwijs (V 383 duizend euro)
De overige verschillen tellen op tot een voordeel van 383 duizend euro. Aan dit voordeel liggen diverse redenen ten grondslag. Zo hebben we minder schade aan schoolgebouwen gehad en hebben we verzekeringsuitkeringen ontvangen die niet waren begroot.

Onroerendezaakbelasting (V 1,9 miljoen euro)
We realiseren een meeropbrengst OZB van 1,9 miljoen euro. Dit wordt met name verklaard doordat de economische waarde van de woningen en bedrijven in de stad hoger uit valt dan ten tijde van de berekening van de tarieven werd voorzien. Op dat moment waren de taxaties van de woningen en bedrijven niet afgerond en voor het niet getaxeerde deel hebben we aannames gedaan. In werkelijkheid vallen de taxaties hoger uit. Daarnaast ontstaat er een nadeel op de oude jaren van 700 duizend euro. Als gevolg van recente uitspraken van de rechtbank verwachten we een afwaardering van de NAM-locaties van 50% vanaf 2016. Eerder zijn we uitgegaan van 25%. Daarnaast valt de netto opbrengst lager uit door extra vermindering als gevolg van bezwaren.

Parkeren (V 373 duizend euro)
Als gevolg van de coronacrisis zijn de baten van de parkeergarages 3,052 miljoen euro lager dan begroot. Ook zijn er lagere opbrengsten uit naheffingsaanslagen parkeren van 264 duizend euro. Hiertegenover staat een compensatie van het Rijk van 2,772 miljoen euro voor derving van parkeerinkomsten. Naast deze lagere opbrengsten zijn er ook hogere opbrengsten uit staangelden (590 duizend euro). Dit wordt voornamelijk verklaard door tariefsverhogingen.
De lagere lasten van 437 duizend euro zijn voornamelijk gerealiseerd bij de parkeergarages en straatparkeren. Voor de parkeergarages is onder andere sprake van een rentevoordeel op de gronden van het Forum. Overige kleinere afwijkingen in relatie tot parkeren leiden binnen dit deelprogramma per saldo tot een nadeel van 110 duizend euro.

Participatiebudget (V 281 duizend euro)
De realisatie van de kosten voor trajecten/projecten blijven achter op de begroting. Ongeveer 34% hiervan is het gevolg van de genomen coronamaatregelen.

Samenwerkingsverbanden (V 14,1 miljoen euro)
Het saldo op samenwerkingsverbanden is in totaal 14,1 miljoen euro voordelig. Het voordeel is als volgt opgebouwd:

Samenwerkingsverbanden
(Bedragen x 1 miljoen euro)

Resultaat

V/N

Akkoord van Groningen

446

V

Migratie/regio coördinatie statushouders

460

V

Maatschappelijke Opvang

5.871

V

Programma Werk in Zicht

3.554

V

Transformatie sociaal domein jeugd

2.586

V

Verhoogde Asielinstroom

153

V

Vrouwen Opvang

855

V

Actiecentrum voor Veiligheid en Zorg

218

V

Totaal

14.143

Daarnaast valt Beschermd Wonen onder een samenwerkingsverband, maar het resultaat van 1,7 miljoen euro is alleen voor de gemeente Groningen zelf en is dus afzonderlijk gepresenteerd. Daarnaast zijn er nog een aantal bedragen ontvangen via de decembercirculaire 2020 en konden niet meer in betreffende programmaonderdelen worden verantwoord, maar zijn verantwoord bij het Gemeentefonds. Dit betreft Crisisdienstverlening (549 duizend euro), Beschermd Wonen (232 duizend euro) en Vrouwenopvang (203 duizend euro).

Hieronder volgt een toelichting op de resultaten groter dan 500 duizend euro.

Maatschappelijke opvang (V 5,9 miljoen euro)
Ter compensatie van gemaakte kosten vanwege de coronacrisis hebben we een rijksbijdrage ontvangen van 4,1 miljoen euro, hiervan hebben we 0,4 miljoen in 2020 besteed vooronder andere tijdelijk opvang. We hebben 1,1 miljoen euro van de beschikbare middelen 2019 nog niet ingezet. Omdat we vanwege een mogelijke landelijke korting op budgetten, in samenspraak met de instellingen, terughoudend zijn omgegaan met de inzet van middelen. Tot slot zijn in 2020 de subsidies 2019 voor OGGZ en regioactiviteiten 1,1 miljoen euro lager vastgesteld. Dit komt voort uit de gezamenlijke conclusie dat de activiteiten in 2019 niet conform afspraak in aard en omvang zijn uitgevoerd. We hebbende de subsidies substantieel lager vastgesteld en afspraken gemaakt over hoe er vorm en inhoud gegeven kan worden aan de gevraagde activiteiten.

Programma Werk in Zicht (V 3,6 miljoen euro)
Gemeente Groningen is centrumgemeente voor de regionale samenwerking en voor de subregio Centraal. Binnen dit samenwerkingsverband worden diverse projecten uitgevoerd. In de meicirculaire 2020 is in totaal 3,0 miljoen euro aan extra middelen toegekend. Deze gelden worden niet volledig in 2020 ingezet. Voor WIZ geldt voor diverse projecten dat ze meerjarige zijn en dat een deel van de middelen conform afspraken in de komende jaren ingezet gaat worden (bijvoorbeeld het '1000-banen plan' en ‘Perspectief op Werk’).

Transformatie agenda jeugd (V 2,6 miljoen euro)
In de regionale transformatieagenda zijn de inhoudelijke ontwikkelopgaven voor de komende jaren voor de jeugdhulpregio Groningen uitgewerkt. Het fonds is bedoeld om de transformatiebeweging te bevorderen. De gelden zijn eind 2018 beschikbaar gekomen (1,2 miljoen euro per jaar, voor de jaren 2018 t/m 2020); medio 2019 kon het project van start gaan. Dit verklaart al een groot deel van het voordelig saldo. Daarnaast kost transformatief werken tijd. We zien dat gelden door externe partijen (nog) niet opgehaald zijn, omdat projecten vertraging oplopen of uiteindelijk niet levensvatbaar zijn. Daarnaast hebben we door slimmer inzet van menskracht lagere lasten kunnen realiseren. Bovendien zijn door corona zaken uitgesteld of op andere goedkopere (digitale) wijze georganiseerd. Ook hebben zorginstellingen en gemeenten vooral inzet gepleegd om de zorg te waarborgen, hierdoor was er minder ruimte voor (gesubsidieerde) transformatie. Het niet ingezette bedrag zal conform de afspraken de komende jaren ingezet worden.

Vrouwen Opvang regio (V 855 duizend euro)
We hebben in de septembercirculaire extra middelen ontvangen voor het realiseren van extra crisisplekken voor vrouwenopvang  (398 duizend euro) en voor het Centrum voor Seksueel Geweld (45 duizend euro). Deze middelen hebben we in 2020 nog niet ingezet, de vrouwenopvang en het CSG ontwikkelen hiervoor een bestedingsplan. Daarnaast hebben we 224 duizend euro ontvangen voor gemaakte kosten in het kader van de coronacrisis. Op deze middelen is in 2020 nog geen beroep gedaan. Het restant verschil wordt onder andere veroorzaakt door lagere vaststelling van subsidies voorgaande jaren.

Stedelijk Investeringsfonds (SIF) (V 2,1 miljoen euro)
Mede vanwege de coronacrisis hebben we een deel van deze middelen niet kunnen inzetten. De tijd voor afstemming met de diverse stakeholders was beperkt. In 2020 hadden we bijvoorbeeld een budget beschikbaar voor tijdelijke maatregelen om het fietsparkeren in de binnenstad in goede banen te leiden en we hebben een deel van deze middelen niet kunnen inzetten. Ook was de piekopvang van met name internationale studenten niet nodig in 2020. Daarnaast is een aantal projecten voor de ontwikkeling van jongerenhuisvesting vertraagd. Voor een nadere toelichting van deze resultaten verwijzen wij naar het onderdeel SIF middelen in de jaarrekening.

Sluiting sportaccommodaties (N 2,7 miljoen euro)
Doordat sportaccommodaties noodgedwongen gesloten zijn geweest, hebben we 3,1 miljoen euro minder aan inkomsten (verhuur, entree, lessen/cursussen) ontvangen. Het rijk heeft compensatie voor 3 maanden (maart t/m mei) verhuur aan amateursportverenigingen beschikbaar gesteld, voor ons gaat dit om een compensatiebedrag van ruim 0,4 miljoen euro.

Sociale accommodaties (V 395 duizend euro)
Het accommodatiebeleid-budget is voor een bedrag van in totaal 137 duizend niet ingezet doordat de aangevraagde subsidies lager waren dan begroot en doordat er in 2020 geen acute financiële ondersteuning noodzakelijk was voor sociaal culturele accommodaties. Daarnaast hebben we vanuit het rijk 276 duizend euro ontvangen om de gevolgen van de coronacrisis in het sociaal klimaat op te vangen. Hiervan is in 2020 nog maar een beperkt deel ingezet, waardoor hiervoor nog 258 duizend euro beschikbaar is.

Sociale werkvoorziening (V 2,2 miljoen euro)
We hebben per saldo een voordeel op het resultaat sociale werkvoorziening (SW) van 2,2 miljoen euro. Dit resultaat bestaat uit een subsidiecomponent SW, een component Nieuw Beschut (NB) en een uitvoeringscomponent (SW en NB).

Subsidieresultaat sociale werkvoorziening (V 249 duizend euro)
De loonkosten SW laten een positieve afwijking zien. Dit wordt vooral veroorzaakt door een verhoging van het SW budget met 1,028 miljoen euro. Dit is 397 duizend euro hoger dan de werkelijke loonindexatie van 631 duizend euro. Dit komt doordat de gemeente Groningen een lagere uitstroom van SW medewerkers heeft dan het landelijk gemiddelde en daardoor een groter aandeel van het landelijke budget ontvangt. Daarnaast valt de uitstroom van de SW iets hoger uit dan begroot, dit levert een voordeel op van 189 duizend euro. In 2020 hebben we de afrekening van het UWV ontvangen over de ingediende claims voor transitievergoedingen over de jaren 2015 t/m 2019, dit heeft geleid tot een nadeel van 154 duizend euro. Een ander nadeel betreft de lagere bijdrage in het subsidietekort van buitengemeenten, we hebben 215 duizend euro minder ontvangen dan begroot. Een voordeel van 32 duizend euro op begeleid werken (als gevolg van lagere personeelskosten) brengt het positieve saldo van het subsidieresultaat SW op 249 duizend euro.

Resultaat Nieuw Beschut (V 247 duizend euro)
De extra bonus over 2019 voor beschutte werkplekken zou in eerste instantie in 2021 uitgekeerd worden, echter deze bonus is al in 2020 uitgekeerd. Dit geeft een voordeel van 283 duizend euro.
Door de coronacrisis was er minder instroom in Nieuw beschut (NB). We hebben 97 medewerkers van de doelgroep NB aan het werk in plaats van de eerder verwachtte 119 (quotum). Dit geeft een voordeel op de personeelskosten van 91 duizend euro. Aan de andere kant vallen de kosten van coaching en begeleiding Nieuw beschut in de Markt 95 duizend euro hoger uit omdat we in de begroting geen rekening hadden gehouden met deze kosten. En hebben we een nadeel van 32 duizend euro op de begeleidingsvergoeding.

Uitvoeringsresultaat sociale werkvoorziening SW en NB (V 1,7 miljoen euro) .
Door de coronacrisis mist Iederz dit jaar een groot deel van haar omzet. Na een aantal weken volledig gesloten geweest te zijn, is de productie weer opgestart maar met 1,5 meter maatregelen. Dit betekent dat niet direct alle medewerkers weer (volledig) aan de slag konden. Dit heeft geresulteerd in een negatieve afwijking van 894 duizend euro. Ook de omzet van de detacheringen blijft door de coronacrisis achter op de begroting, het nadeel bedraagt 653 duizend euro.
Daarentegen hebben we dit jaar, mede als gevolg van de coronacrisis, 1,14 miljoen euro minder aan bedrijfsvoerings- en overige kosten SW gemaakt. We zien dat de opleidingskosten en de reiskostenvergoedingen van de SW en de onderhoud- en energiekosten achter blijven op de begroting. Van het Rijk hebben we voor de gemiste omzet en de extra kosten een corona-compensatie ontvangen van 2,142 miljoen euro.

Tozo uitvoeringskosten (V 1,3 miljoen euro)
Er zijn afspraken gemaakt tussen Rijk en gemeenten over de compensatie voor de uitvoeringskosten Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo 1, 2 en 3). Per afgegeven beschikking levensonderhoud of bedrijfskrediet ontvangen we een vergoeding van respectievelijk 450 en 800 euro. We hebben totaal 3,4 miljoen aan rijksvergoeding ontvangen, hiervan hebben we 1,2 miljoen euro gereserveerd voor de komende drie uitvoeringsjaren van Tozo 1, 2 en 3 en 0,9 miljoen euro in 2020 besteed. In het kader van de drie Tozo-regelingen hebben we in totaal 26,6 miljoen euro in 2020 aan zelfstandige ondernemers verstrekt.

Veiligheidsregio Groningen (N 1,3 miljoen euro)
De Veiligheidsregio Groningen (VRG) heeft in de jaarrekening 2019 een voorziening op moeten nemen in verband met FLO-overgangsrecht voor een bedrag van 15,2 miljoen euro. Dit heeft geleid tot een negatief eigen vermogen per 31 december 2019 van 10,3 miljoen euro. In overleg tussen VRG, deelnemende gemeenten en provincie is gekozen voor een jaarlijkse extra bijdrage van de deelnemende gemeenten gedurende de periode 2020 tot en met 2024 om het negatieve eigen vermogen weg te werken. Het gaat hierbij om een extra jaarlijkse bijdrage van 1,1 miljoen euro. Deze extra bijdrage verklaart tezamen met de effecten van indexering en een eerder afgesproken bijstelling van de verdeelsleutel, het nadelige verschil van 1,3 miljoen euro ten opzichte van de begroting.

Verkeers- en vervoersprojecten (V 553 duizend euro)
Diverse resultaten van verkeers- en vervoersprojecten leiden tot een voordeel van 553 duizend euro. Hiervan vormt het resultaat uit de nacalculatie van het project Transferium Hoogkerk het belangrijkste bestanddeel. Daarnaast zijn er nog enkele kleinere resultaten, waaronder een voordelig resultaat op het project P+R Meerstad.

Versnelling transformatie Sociaal Domein (V 333 duizend euro)
Door de coronacrisis heeft de uitvoering van de maatregelen inzake 'versnelling transformatie Sociaal Domein' vertraging opgelopen.

Wmo (V 183 duizend euro)
Per saldo bedraagt het voordeel op de Wmo 183 duizend euro. Dit voordeel is als volgt opgebouwd:

  • Huishoudelijke hulp (N 67 duizend euro)
  • Begeleiding 18+ en PGB (V 174 duizend euro)
  • Frictiekosten Afschaffing Algemene Voorziening HH (N 259 duizend euro)
  • Wmo (oud)voorzieningen (N 447 duizend euro)
  • Collectief vervoer (N 226 duizend euro)
  • Wvggz (V 445 duizend euro)
  • Multiproblematiek (V 428 duizend euro)
  • Meerkostenregeling (V 295 duizend euro)
  • Cliëntondersteuning (N 179 duizend euro)
  • Overige Wmo posten (V 19 duizend euro)

Voor een nadere toelichting van deze resultaten verwijzen wij naar het onderdeel Wmo bij de financiële toelichting van programma 4 in de jaarrekening.

Afwijkingen ten opzichte van Voortgangsrapportage 2020-II
In de voortgangsrapportage 2020-II (VGR 2020-II) verwachtten we een voordeel van 15,9 miljoen euro. Daarmee is het rekeningresultaat 2020 ten opzichte van de prognose in de VGR 2020-II 44,0 miljoen euro positiever. De grootste verschillen betreffen:

Onderwerp
(Bedragen x 1 miljoen euro)

Rekening 2020

VGR 2020-II

Verschil t.o.v.
VGR 2020-II

Bouwleges

6,5

0,0

6,5

Culturele instellingen

1,4

0,0

1,4

Energie transitie

1,6

0,0

1,6

ESF

1,4

0,0

1,4

Facilitair

1,6

0,2

1,4

Gemeentefonds

12,0

8,9

3,1

Grondzaken

10,1

0,0

10,1

Intensiveringen

5,0

1,7

3,3

Jeugd

-6,4

-1,8

-4,6

Kinderopvang

1,2

0,2

1,1

Meerjarig project

4,0

-0,8

4,8

Onderhoud en beheer sport

1,0

0,0

1,0

Onderhoud openbare ruimte

-1,2

0,0

-1,3

Onderwijshuisvesting

2,3

0,5

1,8

Samenwerkingsverbanden

14,1

7,7

6,5

SIF

2,1

0,6

1,5

Sluiting sportaccommodaties

-2,7

-1,1

-1,6

WMO

0,2

1,3

-1,1

Overig

5,7

-1,5

7,2

Totaal 

59,9

15,9

44,0

Het bedrag van 44,0 miljoen euro gerelateerd aan het lastentotaal in de actuele begroting van 1,2 miljard euro betekent een afwijking van 3,7%. Er zijn een drietal grote posten die dit beeld verstoren (de vermelde bedragen zijn de afwijkingen ten opzichte van VGR 2020-II):

Grondzaken (V 10,1 miljoen euro)
Bij de VGR 2020-II was nog geen resultaat afgegeven, maar wel was gemeld dat er voor in totaal 4,1 positief resultaat bekend was vanuit verkoop en vrijval verliesvoorziening. Vanwege de nog onbekende effecten van de coronacrisis op de grondexploitaties kon nog geen inschatting van het totaal worden gegeven. Verdere winstnemingen en beoordelingen verliesvoorzieningen waren pas na het opstellen van de VGR 2020-II goed in beeld en daarmee niet voorzienbaar.

Bouwleges (V 6,5 miljoen euro)
Bij de VGR 2020-II was nog geen resultaat afgegeven. Door de grote hoeveelheid vergunningaanvragen is gedurende 2019 een achterstand in het beoordelen van bouwkosten ontstaan en daarmee in het factureren van de bouwleges. In 2020 is dit weer grotendeels ingelopen, wat heeft geleid tot deze forse stijging van de baten. In het najaar van 2020 werd dit zichtbaar, maar dit was na de opmaak van VGR 2020-II en was daarmee niet tijdig voorzienbaar.

Gemeentefonds (V 3,1 miljoen euro)
Het voordeel op het gemeentefonds ten opzichte van de VGR 2019-II bedraagt 3,1 miljoen euro. Bij de VGR 2020-II gingen we nog uit van een voordeel van 8,9 miljoen euro. De uitkomsten van de december circulaire waren bij het opstellen van de VGR 2020-II nog niet in beeld. Daarmee is dit resultaat ten opzichte van de prognose niet voorzienbaar.

Naast bovengenoemde verschillen lichten we hieronder de verschillen > 1 miljoen euro ten opzichte van VGR 2020-II toe en gaan in op de voorzienbaarheid hiervan.

Culturele instellingen (V 1,4 miljoen euro)
De culturele instellingen zijn zwaar getroffen als gevolg van de coronacrisis. Bij VGR 2020-II was deze ontwikkeling al gemeld, maar het was nog onduidelijk op welke definitieve wijze de compensatie middelen uit het steunpakket zouden worden besteed. Ook was nog niet bekend wat het te ontvangen bedrag vanuit het tweede steunpakket zou zijn. Daarmee was dit resultaat effect niet voorzienbaar.

Energie transitie (V 1,6 miljoen euro)
Dit onderdeel bevat grotendeels meerjarige projecten waarvoor incidentele middelen uit het gemeentefonds zijn ontvangen. Hierbij gaan de baten voor de lasten uit en dit loopt over meerdere jaren. Aangezien bij VGR 2020-II wel bekend was dat dit een doorloop naar volgende jaren zou hebben was dit voorzienbaar, maar niet in de grootte van het bedrag.

ESF (V 1,4 miljoen euro)
Bij VGR 2020-II was men er vanuit gegaan dat we de definitieve beschikking pas in zouden 2021 ontvangen. Daarnaast was het verwachte resultaat nog onzeker. Dat het resultaat alsnog in 2020 valt was niet te voorzien.

Facilitair (V 1,4 miljoen euro)
De realisatie van de extra corona kosten zijn lager dan in VGR 2020-II, wat heeft te maken met een groter aandeel aan kosten die zijn geactiveerd en het realiseren van een aantal besparingen t.g.v. significant minder gebruik van de panden als gevolg van Corona. De onderschrijding op deze kosten (en ook baten) waren deels, maar duidelijk in een mindere omvang voorzien in VGR 2020-II.

Intensiveringen (V 3,3 miljoen euro)
Ten tijde van het opstellen van de VGR 2020-II gaat men er vaak vanuit dat het grootste deel van de nog beschikbare intensiveringsmiddelen nog weggezet wordt in het lopende jaar. Dat is echter om uiteenlopende redenen niet het geval geweest. Deels was dit voorzienbaar. Bij de VGR 2020-II was een voordeel gemeld van 1,7 miljoen euro, bij de rekening blijkt dit 3,3 miljoen hoger uit te vallen.

Jeugd (N 4,6 miljoen euro)
In de voortgangsrapportages is aangegeven dat vanwege de onzekerheden ten aanzien van groei en verzilvering ten opzichte van de prognose een bandbreedte van plus en min 2,5 miljoen wordt aangehouden. Het nadeel van 6,4 miljoen euro ten opzichte van de laatste voortgangsrapportage (N 1,8 miljoen euro) valt buiten deze bandbreedte. Dit wordt grotendeels verklaard door het feit dat we per saldo meer aan kosten hebben gehad dan door het rijk voor corona is vergoed. Daarnaast was met name in de laatste maanden van 2020 een stijging van het aantal cliënten en kosten zichtbaar. Wij schrijven dit toe aan de toegenomen en intensievere zorgvraag als gevolg van de coronacrisis. Dit was niet te voorzien.

Kinderopvang (V 1,1 miljoen euro)
Bij de opmaak van VGR 2020-I waren nog maar geringe effecten bekend. Uiteindelijk heeft ook het effect van corona een grotere invloed gehad dan verwacht. Niet alle inspecties zijn uitgevoerd. De compensatie voor noodopvang, ouderbijdrage en voorschoolse peuteropvang was hoger dan de extra kosten die hiervoor zijn gemaakt. Na afloop van het jaar bleek de subsidievaststelling van 2 peuteropvang organisaties lager te zijn dan begroot.

Meerjarige projecten (V 4,8 miljoen euro)
Bij de VGR 2020-II is op de meerjarige projecten een nadeel van 0,8 miljoen gemeld. De grootste afwijking ten opzichte van de prognose betreft de vrijval bij het project ICT Outsourcing (V 2,9 miljoen euro). Doordat transitie van de generieke ICT naar Fujitsu is vertraagd, verschuiven de begrote transitiekosten naar 2021. Halverwege 2020 werd nog uitgegaan van het tijdig afronden van de transitie door Fujitsu. Dit resultaat kan als niet voorzienbaar worden beschouwd. Voor de overige meerjarige projecten geldt dat de budgetten grotendeels voor meerdere jaren in één keer beschikbaar worden gesteld waarbij ook de uitvoering over meerdere jaren is verspreid. Ten tijde van de VGR 2020-II is nog niet altijd bekend welk deel van de uitvoering doorschuift naar een volgend jaar.  

Onderhoud en beheer sport (V 1,0 miljoen euro)
Door sluiting van de sportaccommodaties waren de lasten voor storingsonderhoud en beheer (onder andere schoonmaak) lager dan begroot. Dit was voor het deel in het voorjaar te voorzien. De sluiting in het najaar was niet te voorzien.

Onderhoud openbare ruimte (N 1,3 miljoen euro)
Bij de groen- en speelvoorzieningen zijn er in het tweede halfjaar meer projecten groen uitgevoerd dan verwacht en is er een nadeel ontstaan op de maatregelen in het kader van de Essentaksterfte. Bij verkeersvoorzieningen was bij het opstellen van VGR 2020-II onvoldoende inzicht in de factuurstroom van een tweetal leveranciers. In het 4e kwartaal van 2020 zijn alsnog de facturen van deze leveranciers ontvangen en verwerkt. Daarnaast zijn er meerdere kleinere verschillen ontstaan t.o.v. de prognose. De afwijkingen waren grotendeels niet voorzienbaar.

Onderwijshuisvesting (V 1,8 miljoen euro)
Bij de opmaak van VGR 2020-II was alleen rekening gehouden met de verkoop van 1 pand voor 0,5 miljoen euro. De opbrengst van de verkoop van een ander pand was nog onzeker, maar uiteindelijk is dit wel in 2020 gerealiseerd voor 0,8 miljoen euro. De lagere kapitaallasten van 0,5 miljoen euro was bij VGR 2020-II nog niet geconstateerd. Het voordeel van 0,4 miljoen euro op begrote schades aan derden en externe deskundigheid laat zich lastig vooraf te voorspellen. De overige kleinere verschillen van in totaal 0,1 miljoen euro waren niet voorzienbaar mede gezien het feit dat er nog onvoldoende inzicht in de omvang van de realisatie van het onderwijsprogramma 2020 was.

Samenwerkingsverbanden (V 6,5 miljoen euro)
Het resultaat van 14,1 miljoen euro bij de diverse samenwerkingsverbanden is 6,5 miljoen positiever dan dat bij de VGR 2020-II als prognose is afgegeven (V 7,6 miljoen euro). Mede als gevolg van de coronacrisis is vertraging in de uitvoering van meerdere programma’s / projecten waar bij de VGR 2020-II nog onvoldoende zicht op was.

Stedelijk Investeringsfonds (SIF) (V 1,5 miljoen euro)
Bij de opmaak van VGR 2020-II was rekening gehouden met een resultaat van 0,6 miljoen euro als gevolg vertraging in de wijkvernieuwing. In het 2e halfjaar blijkt op meerdere onderdelen vertraging te zijn opgetreden en in sommige gevallen was het geld ook niet nodig om in te zetten. Deels was dit te voorzien, maar nog lastig in een financieel effect uit te drukken.

Sluiting sportaccommodaties (N 1,6 miljoen euro)
Aanvankelijk werd nog uitgegaan van een "normale situatie" per 1 september. Door nieuwe maatregelen in de 2e helft van het jaar is het tekort groter dan aanvankelijk verwacht. Via een rijksvergoeding is compensatie voor 3 maanden verhuur (maart-mei) aan verenigingen beschikbaar gesteld van 421 duizend euro. Hiervoor was 600 duizend euro verwacht. Deze afwijking was niet voorzienbaar.

Wmo (N 1,1 miljoen euro)
Het voordelig saldo op huishoudelijke hulp maatwerkvoorzieningen is per saldo 425 duizend euro lager uitgekomen dan verwacht. Bij VGR 2020-II gaven de gegevens over het eerste maanden van 2020 nog aanleiding om een groter voordeel te ramen. Maar in tweede helft van het jaar zijn de aantallen en verzilvering uiteindelijk meer op het begrotingsniveau uit gekomen en was niet te voorzien.
Het nadeel op Wmo (oud)voorzieningen is 451 duizend euro groter dan verwacht bij VGR 2020-II en was deels te voorzien. De totale kosten van Wmo oud zijn ten opzichte van 2019 gestegen, dat kan grotendeels verklaard worden door reguliere volumegroei en prijsstijgingen. Ook heeft er vanaf 2020 een wijziging plaatsgevonden in de bekostiging van hulpmiddelen en zijn we hierop door het Rijk gekort. Daarnaast hebben wij op deze post een bezuinigingstaakstelling ingeboekt die in 2020 niet is gerealiseerd.
Tenslotte zijn er nog diverse kleinere verschillen van in totaal 194 duizend euro nadeel.

Corona effecten

De effecten als gevolg van corona lopen als een rode draad door allerlei afwijkingen heen. Het corona effect is minder nadelig dan verwacht bij de laatste prognose in VGR 2020-II. In december hebben we een extra compensatie vanuit het Rijk ontvangen en de nadelen zijn minder groot dan verwacht of doen zich op een later moment voor. Per saldo is er zelfs een financieel voordeel zichtbaar. Dit moet wel in het licht worden gezien dat hierbij in veel gevallen de baat voor de last uitgaat. In 2021 en verder zullen zich nog nadelen als gevolg van corona voordoen waarvoor geen nieuwe compensatie beschikbaar is.

De corona effecten zijn op onderstaande onderdelen terug te vinden. De meeste onderdelen zijn al toegelicht bij de resultaten. Hierbij is soms een deel van het resultaat als corona effect aan te duiden, maar soms ook het gehele resultaat op het onderdeel. De onderdelen die nog niet zijn toegelicht zijn aangeduid met een * en worden onder de tabel afzonderlijk toegelicht.

Onderdelen
(Bedragen x 1,0 miljoen euro)

Corona effect

Compensatie

 Netto effect

Afval zakelijke dienstverlening

-0,9

-0,9

BBZ

0,2

0,2

Beschermd wonen

-0,3

-0,3

Culturele instellingen

-0,7

2,1

1,4

Evenementen*

-0,3

0,3

0,0

Facilitair

-0,1

-0,1

Gemeentefonds

0,0

3,8

3,8

Handhaving

-0,9

0,8

-0,1

Inkomen*

-0,3

-0,3

Intensiveringen

1,2

1,2

Jeugd

-2,7

0,5

-2,3

Kinderopvang

0,2

0,3

0,5

Logiesbelasting*

-0,5

0,5

0,0

Onderhoud en beheer sport

1,0

1,0

Ondersteuning burgers

-0,3

-0,3

Parkeren

-2,4

2,8

0,4

Samenwerkingsverbanden

-0,5

5,4

4,9

SIF

0,6

0,6

Sluiting sportaccommodaties

-3,1

0,4

-2,7

Sociale accommodaties

0,0

0,3

0,3

Sociale Werkvoorziening

-1,3

2,1

0,9

TOZO

-0,9

2,2

1,2

Verkiezingen*

-0,4

0,5

0,1

WMO

-0,6

0,3

-0,2

Overig

-0.4

0,1

-0,4

Eindtotaal

-13,5

22,4

9,0

TOELICHTING
Per saldo ondervinden we in 2020 een nadeel van 13,5 miljoen euro als gevolg van corona. Dit wordt gedekt door de compensatie middelen vanuit het Rijk van in totaal 22,4 miljoen euro. Hiervan is 18,8 miljoen euro via het gemeentefonds ontvangen. De compensatie voor het sluiten van de sportaccommodaties, de uitvoering van de TOZO-regeling en een de extra woonboot voor asielzoekers zijn via andere regelingen vanuit het Rijk ontvangen.
Per saldo ontstaat er een positief resultaat op de corona effecten van 9,0 miljoen euro. Het positieve resultaat wordt met name veroorzaakt door 2 grote posten:  

  • Samenwerkingsverbanden (V 4,9 miljoen euro): De compensatie voor maatschappelijke opvang (4,1 miljoen euro) is voor een groot deel nog niet ingezet in 2020, maar wordt ingezet in 2021 en verder;
  • Gemeentefonds (V 3,8 miljoen euro): In december is nog voor 2,8 miljoen euro aan compensatie ontvangen waar nog geen rekening mee was gehouden en waarvoor de nadelen grotendeels in 2021 of verder vallen. Daarnaast is de opschalingskorting bevroren en geeft een voordeel van 1,0 miljoen euro.

Evenementen (geen afwijking)
Voor gemiste lege inkomsten vanuit evenementen en markten is een compensatie van 285 duizend euro ontvangen. Dit dekt de nadelen die hieruit zijn ontstaan.

Inkomen (N 306 duizend euro)
Binnen inkomensdienstverlening leiden de onderdelen budgetbeheer, bijzondere bijstand, eurocoach jongeren,  en wet kinderopvang tot een nadeel van 304 duizend euro. Hier staat geen compensatie tegenover.

Logiesbelasting (V 11 duizend euro)
Als gevolg van de corona maatregelen is het aantal overnachtingen sterk afgenomen. De inkomstenderving is 543 duizend euro. Hier staat een compensatie vanuit het Rijk tegenover van 554 duizend euro.

Verkiezingen (V 50 duizend euro)
Voor het organiseren van de Tweede Kamer verkiezingen in 2021 is 462 duizend euro ontvangen voor het inregelen van de corona maatregelen. Verwachting was dat 200 duizend euro hiervan in 2020 zou worden uitgegeven aan voorbereidingskosten, maar dit bleek 50 duizend euro lager te zijn. De overige 262 duizend euro zijn bestemd voor 2021.

Deze pagina is gebouwd op 06/30/2022 14:51:53 met de export van 06/30/2022 14:33:49