Paragrafen

Paragraaf 3: Weerstandsvermogen en risicobeheersing

Financiële kengetallen

De financiële kengetallen geven een beeld van hoe de gemeente er financieel voor staat. Het onderstaande overzicht laat de verwachte ontwikkeling van de financiële kengetallen zien.

Kengetallen:

Begroting
2020

Rekening
 2020

Begroting
2021

Begroting
2022

Begroting
2023

Begroting
2024

Netto schuldquote

159%

142%

167%

167%

164%

157%

Netto schuldquote gecorrigeerd voor
 alle verstrekte leningen 

124%

106%

131%

135%

134%

130%

Solvabiliteitsratio

8%

8%

7%

7%

8%

8%

Structurele exploitatieruimte 

0,2%

3,5%

0,0%

1,3%

1,2%

1,4%

Grondexploitatie excl. Meerstad

7,1%

5,4%

5,1%

4,9%

4,3%

3,9%

Grondexploitatie incl. Meerstad

35,3%

32,0%

36,9%

37,4%

36,8%

36,8%

Belastingcapaciteit

111,5%

116,2%

115,6%

115,8%

116,3%

116,3%

Onderstaand geven we een toelichting op de kengetallen. Onder de toelichting is het algemene oordeel opgenomen.

Netto schuldquote
Dit cijfer geeft inzicht in het niveau van de gemeentelijke schuldenlast ten opzichte van de gemeentelijke baten. Het geeft een indicatie van de mate waarin de rentelasten en de aflossingen op de exploitatie drukken.
Een hoger percentage betekent dat een relatief groter deel van de gemeentelijke middelen vastligt met rente- en aflossingen. Een hoge netto schuldquote is niet direct een probleem. Zo kan een hoge schuld worden veroorzaakt doordat er leningen zijn afgesloten, die worden doorgeleend aan derden zoals woningbouwcorporaties. Om inzicht te krijgen in hoeverre er sprake is van doorlenen wordt de netto schuldquote zowel in- als exclusief doorgeleende gelden weergegeven (netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen).
Voor een genuanceerder beeld van de schuldpositie moet ook worden gekeken naar de voorraad bouwgronden en de uitgeleende gelden. Gemeenten met veel grond hebben meer schulden en dus een hogere schuldquote. Dit geldt ook voor de gemeente Groningen. Wij hebben grondposities voor woningbouw en bedrijventerreinen. Voor die gronden hebben we schulden gemaakt. Rente en aflossing van deze schuld drukken niet direct op de begroting, maar dienen te worden opgevangen binnen de grondexploitaties met de opbrengsten uit de verkoop van de grond.
De gemeente Groningen heeft ook leningen voor derden aangetrokken, deze leningen worden één op één doorgegeven. Bij de schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen worden deze leningen geëlimineerd. Dit geldt dus ook voor de verstrekte leningen aan de CV Meerstad. De leningen voor de overige gemeentelijke grondexploitaties zitten wel in deze schuldquote.
Per 31 december 2020 komt de netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen met 106% lager uit dan het in de begroting 2020 voor 31 december 2020 verwachte percentage van 124 %. Een verschil van 18 %. In de rekening is de netto schuldquote vaak lager dan verwacht in de begroting omdat de begrote investeringen later worden uitgevoerd dan verwacht. Enerzijds is de netto-schuld gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen 87 miljoen euro lager dan verwacht, dit verklaart ongeveer 8% van het verschil. Daarnaast is er sprake van een zogeheten noemereffect. De netto schuldquote wordt berekend als percentage van de gemeentelijke baten en doordat de baten in 2020 in werkelijkheid 104 miljoen euro hoger liggen dan verwacht in de begroting 2020, is de netto schuldquote nu ongeveer 7% lager. 

In de kadernota weerstandsvermogen en risicomanagement 2020 hebben we opgenomen dat we voor de netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen streven we naar een waarde onder de 120%. Daar voldoen we aan op 31 december 2020. We verwachten de komende jaren een stijging van de netto schuldquote door een toename van de gemeentelijke financieringsbehoefte. In 2024 verwachten we dat de schuldquote rond de 130% ligt. In de kadernota hebben we ook opgenomen dat we bij een schuldquote boven de 130%  maatregelen nemen om de schuldquote weer onder de 130% te krijgen. Dit kan bijvoorbeeld door het aanvullen van de gemeentelijke reserves.

Solvabiliteitsratio
Dit kengetal wordt bepaald door de verhouding tussen het eigen vermogen en het totaal vermogen. Het geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan de financiële verplichtingen te voldoen. Hoe hoger de solvabiliteitsratio, hoe groter de weerbaarheid van de gemeente.
De solvabiliteitsratio in 2020 is 8%. Dit is laag in vergelijking met andere gemeenten en ligt ruim onder de 20%. Met een solvabiliteit van minder dan 20% vallen gemeenten in de meest risicovolle categorie. Dit is wel logisch gezien onze hoge schulden door de gemeentelijke grondposities. In voorgaande begrotingen en in de begroting 2021 hebben we reserves ingezet ter dekking van de opgaven. Het eigen vermogen neemt daarom af. Het effect daarvan is een lagere solvabiliteitsratio in de jaren 2020 en verder.

Voor de lange termijn streven we naar een streefwaarde van 20% voor de korte termijn hanteren we een streefwaarde van 10%.
Een verbetering van de solvabiliteit wordt bereikt door een verlaging van de opgenomen leningen en een versterking van de reserves. Met het benoemen van deze streefwaarde geven we aan dat de versterking van de reserves de komende periode een belangrijk aandachtspunt is.

Structurele exploitatieruimte
Voor de beoordeling van de financiële positie is het ook van belang te kijken naar de structurele baten en structurele lasten. De belangrijkste structurele baten zijn de algemene uitkering uit het gemeentefonds en de opbrengsten uit de onroerendezaakbelasting (OZB). Dit kengetal geeft het verschil tussen de structurele baten en lasten ten opzichte van de totale baten. Een positief percentage betekent dat de structurele baten toereikend zijn om de structurele lasten te dekken. In onderstaand overzicht is de omvang en ontwikkeling van de structurele lasten en baten opgenomen.

STRUCTUREEL EVENWICHT
(Bedragen x 1,000 euro)

Begroting
2020

Rekening
 2020

Begroting
2021

Begroting
2022

Begroting
2023

Begroting
2024

Totale lasten

1.080.927

1.125.300

1.051.823

1.044.585

1.050.504

1.063.467

Incidentele lasten

-43.744

-124.937

-32.060

-14.173

2.738

3.131

Incidentele toevoegingen reserves

-19.912

-28.649

-11.927

-17.322

-20.800

-20.914

Structurele lasten (A)

1.017.271

971.714

1.007.836

1.013.090

1.032.442

1.045.684

Totale baten

1.080.927

1.185.197

1.051.823

1.044.586

1.050.504

1.063.458

Incidentele baten

-17.833

-91.847

-8.431

-1.439

5.607

7.944

Incidentele onttrekkingen reserves

-43.316

-82.650

-35.862

-16.813

-11.168

-10.474

Structurele baten (B)

1.019.778

1.010.700

1.007.530

1.026.334

1.044.943

1.060.928

Structurele exploitatieruimte (B-A)

2.507

38.986

-306

13.244

12.501

15.244

Structurele exploitatieruimte in procenten

0,2%

3,5%

0,0%

1,3%

1,2%

1,4%

Het verloop van de structurele exploitatieruimte over de periode 2020 tot en met 2024 geeft aan dat er sprake is van structureel evenwicht. Onze structurele lasten worden gedekt door de structurele baten. Op rekeningbasis is dus ruimte in de exploitatie omdat niet alle budgetten worden ingezet. In de kadernota weerstandsvermogen en risicomanagement hebben we als streefwaarde opgenomen dat de exploitatie minimaal (structureel) in evenwicht is.

Grondexploitatie
Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (de waarde van de grond) is ten opzichte van de totale gemeentelijke baten. De boekwaarde van de voorraden grond moet worden terugverdiend bij de verkoop. Kenmerkend voor grondexploitaties is dat de looptijd meerdere jaren is. Naarmate de inkomsten verder in de toekomst liggen, brengt dit meer rentekosten en risico’s met zich mee. Het kengetal voor de gemeentelijke grondexploitaties inclusief Meerstad is in 2020 32,0% en lager dan verwacht bij  de begroting 2020 (35,3%).

Belastingcapaciteit
Dit kengetal geeft inzicht in hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijk gemiddelde.
Hiervoor wordt de belastingdruk in Groningen gerelateerd aan de landelijk gemiddelde tarieven/woonlasten (OZB, rioolheffing en afvalstoffenheffing). Als dit kengetal laag is, betekent het dat een gemeente meer inkomsten uit belastingen zou kunnen verwerven. De belastingdruk in Groningen ligt boven het landelijk gemiddelde (In de rekening 16,2%). Een hoge belastingcapaciteit beperkt de mogelijkheid om financiële tegenvallers op te vangen met een verhoging van tarieven.

Algemeen oordeel
Overall kunnen we concluderen dat de ratio’s laten zien dat de financiële positie van de gemeente Groningen kwetsbaar blijft. Ten opzichte van de begroting 2020 is er in 2020 weliswaar sprake van een verbetering van de netto-schuldquote en de structurele exploitatieruimte maar het betreft een positief incidenteel effect door de hogere baten ad 104 miljoen euro. De solvabiliteitsratio is onverminderd laag.

De structurele exploitatieruimte in de rekening 2020 komt uit op 3,5%. Daarmee voldoen we ruim aan de streefwaarde. Echter, zoals eerder opgemerkt is dit een incidenteel effect. De exploitatie van de gemeente staat druk door de tekorten in het sociaal domein en de noodzakelijke investeringen als gevolg van een groeiende stad . Hiervoor zijn hervormingsmaatregelen genomen, maar een deel daarvan werkt nog door in de jaren na 2021. Dit leidt tot een verbetering van de structurele exploitatieruimte vanaf 2022. Mogelijk leidt de herijking van het gemeentefonds tot een verbetering van de structurele exploitatie.  

Bij de begroting 2022 zullen we op basis van actuele inzichten in ontwikkeling van het weerstandsvermogen en de financiële kengetallen beoordelen of een versterking van de reserves mogelijk is. We merken hierbij wel op dat de mogelijkheden hiertoe wel beperkt zullen zijn door de onzekerheid rondom corona en de gevolgen van de huidige recessie.

Deze pagina is gebouwd op 06/30/2022 14:51:53 met de export van 06/30/2022 14:33:49