Groen- en speelvoorzieningen (N 469 duizend euro) Lagere baten van 257 duizend euro worden veroorzaakt door gedaalde contractopbrengsten tuinonderhoud voor derden. We hebben een aantal contracten opgezegd. Hiermee gepaard gaan ook lagere onderhoudslasten van 257 duizend euro. De beheermaatregelen tegen de essentaksterfte leiden tot hogere lasten van 94 duizend euro. Daarnaast zorgt een stijging in het aantal uitgevoerde groot onderhoudsprojecten groen voor hogere lasten van 162 duizend euro. Ook leidt de geactualiseerde toerekening van kosten materieel tot hogere lasten van 196 duizend euro. Deze toerekening vindt plaats aan de hand van een verdeelsleutel. In 2020 hebben we deze verdeelsleutel aangepast. Dit zorgt voor een zuivere toerekening van kosten aan het product Groen- en speelvoorzieningen. Tot slot tellen overige kleinere afwijkingen op tot een nadeel van 17 duizend euro. Verkeersvoorzieningen (N 382 duizend euro) Hogere lasten zijn vooral ontstaan door extra herstelwerkzaamheden van verkeersregelinstallaties (267 duizend euro) en openbare verlichting (385 duizend euro). Daarnaast is er een voordeel van 166 duizend euro op de projecten groot onderhoud (led en armaturen). Ook hebben we verzekeringsuitkeringen ontvangen als gevolg van schadeclaims bij het onderhoud van verkeersregelinstallaties en openbare verlichting. Dit leidt tot hogere baten van 103 duizend euro. Wegen (N 574 duizend euro) Hogere lasten worden vooral verklaard door een stijging in het aantal (onderhouds-)meldingen. Dit leidt tot hogere apparaatskosten van 359 duizend euro. Ook zijn er hogere kosten voor herstraten (104 duizend euro). Hier staan hogere opbrengsten tegenover. Op het programmabudget groot onderhoud wegen ontstaat een nadeel van 129 duizend euro. Overige kleinere afwijkingen tellen op tot een nadeel van 86 duizend euro. Kapitaallasten gele stenen (V 168 duizend euro) In de begroting 2020 zijn structureel intensiveringsmiddelen beschikbaar gesteld voor de dekking van kapitaallasten behorende bij het investeringsproject vervanging gele stenen binnenstad. Dit gaat om een bedrag van 214 duizend euro. Eind 2020 valt van deze middelen incidenteel 168 duizend euro vrij doordat pas wordt afgeschreven als afzonderlijke projecten volledig gereed zijn. Groot onderhoud civiele kunstwerken, onder andere bruggen en kademuren (N 347 duizend euro) Dit nadelige resultaat wordt vooral verklaard doordat het project Damwand Eemskanaal, gepland in 2019, pas in 2020 tot uitvoering is gekomen (383 duizend euro). Overige kleinere positieve afwijkingen (36 duizend euro) tellen op tot een totaal nadeel van 347 duizend euro. Kapitaallasten investeringsprojecten groot onderhoud (V 310 duizend euro) In de begroting 2020 hebben we voor de investeringsprojecten groot onderhoud kapitaallasten geraamd. Eind 2020 valt een deel van deze begrote middelen vrij. Dit wordt enerzijds veroorzaakt doordat projecten achter lopen. Daarnaast geldt voor gereedgekomen projecten in 2020 dat hierop pas in 2021 wordt afgeschreven. Rioolheffing (V 60 duizend euro) Hogere baten van 304 duizend euro bestaan vooral uit gerealiseerde hogere opbrengsten rioolheffing als gevolg van meer aansluitingen. Aan de lastenzijde is een voordelig effect van 800 duizend euro omdat we minder besteed hebben aan projecten groot onderhoud (met name baggerprojecten). Vanwege vertraging in een aanbestedingsprocedure bij baggeren heeft dit in 2020 niet geleid tot projectuitvoering. Het werk wordt in 2021 uitgevoerd. Dit voordelige resultaat is toegevoegd aan de voorziening Riolering groot onderhoud. Per saldo leidt deze dotatie aan de voorziening tot een neutraal effect. Hogere lasten van 244 duizend euro ontstaan vooral door hogere exploitatielasten en een extra dotatie aan de voorziening Riolering vervangingsinvesteringen van 132 duizend euro. Deze laatste dotatie betreft het totale voordelige resultaat in 2020 op de rioolheffing (werkelijke baten minus werkelijke lasten). Dit resultaat wordt verrekend met de voorziening. Voor een nadere toelichting op het integrale resultaat van de rioolheffing verwijzen wij naar de paragraaf Lokale heffingen. Fietsmaatregelen (N 254 duizend euro) In verband met het coronavirus hebben we maatregelen getroffen voor een veilige en bereikbare binnenstad. Eén van de maatregelen betreft het fietsbeheer, onder meer door het plaatsen van extra fietsenrekken en het verwijderen van fout geparkeerde fietsen. Hiervoor waren geen middelen begroot. Dit leidt tot een nadelig resultaat van 254 duizend euro. Zakelijke dienstverlening (N 946 duizend euro) De omzet van de zakelijke dienstverlening is lager dan in voorgaande jaren (1,1 miljoen euro). Daar heeft het coronavirus voor een groot deel een rol in gespeeld maar we zijn ook een aantal klanten kwijtgeraakt. Deze omzetverlaging - die zich vooral voordeed bij de inzameling van bedrijfsafval - kon voor een beperkt deel worden opgevangen door lagere lasten waaronder een lagere toerekening van kosten materieel. Daarnaast hebben we extra personeel ingehuurd door ziekte van het eigen personeel of vanwege een quarantaineverplichting. Emissievrij wagenpark (V 231 duizend euro) In de begroting 2020 is jaarlijks 300 duizend euro beschikbaar gesteld om vanaf 2023 ons wagenpark emissievrij te hebben. Het gaat hierbij om het vervangen van 128 dienstvoertuigen over meerdere jaren. Eind 2020 valt van dit budget 231 duizend euro vrij. De belangrijkste oorzaak hiervoor is dat de realisatie van kapitaallasten behorende bij deze vervangingen pas ingaat in 2021. Leges begraafrechten (N 42 duizend euro) Doordat er in 2020 minder begrafenissen plaatsvonden, zijn de lasten lager (99 duizend euro). Daar tegenover staan ook lagere baten (141 duizend euro). Per saldo een nadeel van 42 duizend euro. Klimaatadaptatieweek (geen afwijking ) In januari 2021 vond de klimaatadaptatieweek Groningen plaats. Hiervoor hebben we een subsidiebijdrage ontvangen vanuit het Nationaal Programma Groningen. Aangezien een deel van deze middelen in 2021 besteed zal worden, wordt dit deel in 2020 als vooruit ontvangen verantwoord. Hierdoor treden zowel lagere lasten als lagere baten op van 840 duizend euro op. Overige (V 101 duizend euro) De overige verschillen tellen op tot een voordeel van 101 duizend euro. |