Algemene uitkering (V 12,0 miljoen euro) Het resultaat op de algemene uitkering gemeentefonds bedraagt 12,0 miljoen euro voordelig. Het voordelige resultaat betreft de optelsom van een aantal afwijkingen die hierna worden toegelicht: Algemene uitkering 2018 (V 44 duizend euro) De verdeelmaatstaf OZB is bijgesteld. Dit leidt tot een nadeel van 213 duizend euro over de jaarschijf 2018. Daarnaast is bij de decembercirculaire de uitkeringsfactor met 1 punt naar boven bijgesteld: een voordeel van 257 duizend euro. Per saldo is het voordeel 44 duizend euro over 2018. Algemene uitkering 2019 (V 622 duizend euro) De uitkeringsfactor is in 2019 met 1 punt opwaarts bijgesteld door een daling van het aantal bijstandsontvangers en ontwikkeling van de uitkeringsbasis. Dit betekent een voordeel van 267 duizend euro. Bijstelling van een aantal maatstaven (onder andere lage inkomens, medicijngebruik en omgevingsadressendichtheid ) leiden tot voordeel van 355 duizend euro. Uit de circulaires blijken de volgende mutaties in decentralisatie uitkeringen over 2019: - Baankansen: + 582 duizend euro;
- Maatschappelijke opvang – 16 duizend euro;
- Vrouwenopvang + 7 duizend euro;
- IUSD Jeugd + 40 duizend euro
Landelijke ontwikkelingen (V 4,5 miljoen euro) De begroting 2020 is gebaseerd op de meicirculaire 2019. Bijstelling van de uitkeringsfactor in de septembercirculaire 2019, mei-, septembercirculaire en decembercirculaire 2020 leiden tot een positieve bijstelling van de uitkeringsfactor van per saldo 17 punten over 2020. Een bijstelling van de uitkeringsfactor met 17 punten betekent een voordeel van 4,5 miljoen euro. De ontwikkeling van de algemene uitkering wordt voor een belangrijk deel bepaald door de ontwikkeling van de rijksuitgaven. Vooral in de septembercirculaire 2019 is door aanpassing van het investeringsritme van de ministeries van I&W en Defensie, het pensioenakkoord en het woningmarktpakket sprake geweest van een stijging van het accres (UF: +13 punten). Bij de meicirculaire 2020 is besloten het accres te bevriezen voor 2020 en 2021 op de stand van de Voorjaarsnota 2020 (van het Rijk). Bij de meicirculaire 2020 betekent dit een hoger accres maar een forse opwaartse bijstelling van de maatstaven medicijngebruik zorgt voor een negatieve bijstelling van de uitkeringsfactor (beide effecten per saldo UF: – 7 punten). In de septembercirculaire 2020 wordt de onderuitputting van het BCF uitgekeerd. Aangezien we in de begroting 2020 deze onderuitputting niet geraamd hebben leidt dit tot een voordeel. Daarnaast is bij de septembercirculaire de opschalingskorting voor 2020 (1 miljoen euro) en 2021 (2,4 miljoen euro) bevroren. De onderuitputting BCF en het bevriezen van de opschalingskorting leiden tot een positieve bijstelling van de uitkeringsfactor (+ 9 punten). De decembercirculaire geeft nog een bijstelling van de uitkeringsfactor (+2 punten) door het uitkeren van de verdeelreserve en ontwikkeling van de uitkeringsbasis. Plaatselijke ontwikkelingen (V 5,4 miljoen euro) De plaatselijke ontwikkelingen zijn geactualiseerd ten opzichte van de ramingen zoals die zijn opgenomen in de primitieve begroting 2020. Op basis van actuele informatie zijn de standen van een groot aantal verdeelmaatstaven geactualiseerd. De belastingcapaciteit valt hoger uit dan we hadden geraamd. Dit betekent een nadeel van 1,2 miljoen euro. Daarnaast zijn de fysieke en sociale maatstaven geactualiseerd (waaronder de maatstaven ‘medicijngebruik met drempel, klantenpotentieel, OAD, woonruimten/vestigingen, etc.). Per saldo bedraagt het effect van hiervan bijna 4,8 miljoen euro positief. In de decembercirculaire 2020 zijn een aantal mutaties (waaronder coronacompensatie, zie *) geweest die vanwege het tijdstip waarop deze mutaties bekend zijn gemaakt niet meer verrekend konden worden met de betreffende programma’s. Het gaat in totaal om 1,8 miljoen euro. Het betreft de volgende mutaties: - Mobiliteits-hulpmiddelen -203 duizend euro
- Aanvullend pakket re-integratiekosten* 1.248 duizend euro
- Gemeentelijk schuldenbeleid* 336 duizend euro
- Bijzondere bijstand* 118 duizend euro
- Continuïteit van zorg (corona)* 243 duizend euro
- Compensatie quarantainekosten* 66 duizend euro
Integratie- en decentralisatie uitkeringen (V 1,5 miljoen euro) In totaal hebben we in 2020 voor 175,7 miljoen euro aan integratie- en decentralisatie uitkeringen ontvangen (verspreid over 38 verschillende uitkeringen). Het grootste deel hiervan heeft betrekking op integratie-uitkeringen (zoals Beschermd wonen en Participatie). In 2020 is hiervoor 126,8 miljoen euro ontvangen. Andere grote uitkeringen betreffen de decentralisatie-uitkering maatschappelijke opvang (21,8 miljoen euro) en de decentralisatie-uitkering voor vrouwenopvang (7,1 miljoen euro). In de septembercirculaire 2019 is de LPO-berekening van de meicirculaire 2019 gecorrigeerd. De verhoging van de IU Participatie (175 duizend euro) hebben we laten vrijvallen om de verlaging van de LPO Jeugd en Wmo te compenseren. In de septembercirculaire 2020 was compensatie van meerkosten verkiezingen voor 462 duizend euro opgenomen. Hiervan is naar verwachting 200 duizend euro nodig in 2020 waarmee 262 duizend euro vrijvalt in het rekeningresultaat 2020. Bij de decembercirculaire is een bedrag van 13 duizend euro vrijgevallen voor impactanalyse Leefbaarheid en Veiligheid. In de decembercirculaire 2020 zijn bij vijf decentralisatie- en integratie uitkeringen mutaties geweest die vanwege het tijdstip waarop deze mutaties bekend zijn gemaakt niet meer verrekend konden worden met de betreffende programma’s. Het gaat om 1,0 miljoen euro en betreft de volgende mutaties: - Crisisdienstverlening * 549 duizend euro
- Aanpak discriminatie 21 duizend euro
- Maatschappelijke opvang -5 duizend euro
- Vrouwenopvang 203 duizend euro
- Beschermd wonen * 232 duizend euro
Dividend (N 135 duizend euro) In verband met een gunstige afwikkeling van een mogelijke claim rondom de verkoop van Attero heeft één van de tijdelijke vennootschappen, die is opgericht in verband met de verkoop van Essent en Attero, een uitkering aan haar aandeelhouders gedaan. Voor de gemeente Groningen levert dit een voordeel op van 99 duizend euro. Het dividend van Enexis is 72 duizend euro hoger dan verwacht. Daarentegen is de nettowinst bij BNG door een grote kredietstrop flink gedaald, wat heeft geleid tot een lager dividend. Het gaat om een nadeel van 306 duizend euro. Hervormingsmaatregel dividenduitkeringen (N 1,1 miljoen euro) Deze hervormingsmaatregel betreft een dividendopbrengst van 1,1 miljoen euro. Deze wordt niet conform gerealiseerd. Het college heeft op 3 december 2020 besloten deze taakstelling in te vullen door de verkoop van Gronet II aan het CNNN voor een bedrag van 1,0 miljoen euro. Notarieel moet de verkoopovereenkomst nog worden vastgelegd om het economisch eigendom over te dragen. Zolang beide partijen nog geen overeenkomst hebben getekend kan de opbrengst nog niet door ons worden verwerkt. Dat betekent vooralsnog voor de rekening 2020 een nadeel van de taakstelling. Saldo financieringsfunctie (N 141 duizend euro) Korte mismatchfinanciering (V 873 duizend euro) Vaste activa is met goedkopere kortlopende in plaats van duurdere langlopende leningen gefinancierd. Rente kort vermogen (V 325 duizend euro) Doordat er op aangetrokken kortlopende leningen sprake was van een negatieve rente in plaats van het geraamde percentage van 0% levert dit een voordeel op van 325 duizend euro. Rente kapitaalverstrekking (N 939 duizend euro) Dit betreft vooral een volume-effect van geplande investeringen. Kort na de herindeling is de totale omvang van de vaste activa bij het opmaken van de begroting 2020 te hoog ingeschat. Een nadeel van 400 duizend euro is al in het financieel meerjarenbeeld 2021-2024 opgenomen en verwerkt in de begroting 2021. Overig Treasury (N 400 duizend euro) Een nacalculatie van het rentepercentage voor grondexploitatie levert een nadeel van 208 duizend euro op. Voor het overige betreft het diverse afwijkingen met betrekking tot renteverrekeningen inclusief het wegvallen van de renteopbrengst over de reserve Martiniplaza. Deze reserve is overgeheveld naar de algemene reserve. De structurele financiële effecten zijn via het meerjarenbeeld verwerkt in de begroting 2021. Correctie daling ROP (N 384 duizend euro) In de begroting 2020 was het weglekeffect voor de tarieven onjuist verwerkt. Dit leidt tot een nadeel van 384 duizend euro. Het structurele effect is verwerkt in het meerjarenbeeld begroting 2021. Onroerendezaakbelasting (V 1,9 miljoen euro) We realiseren een meeropbrengst OZB van 1,9 miljoen euro. Dit wordt met name verklaard doordat de economische waarde van de woningen en bedrijven in de stad hoger uit valt dan ten tijde van de berekening van de tarieven werd voorzien. Op dat moment waren de taxaties van de woningen en bedrijven niet afgerond en voor het niet getaxeerde deel hebben we aannames gedaan. In werkelijkheid vallen de taxaties hoger uit. Daarnaast ontstaat er een nadeel op de oude jaren van 700 duizend euro. Als gevolg van recente uitspraken van de rechtbank verwachten we een afwaardering van de NAM-locaties van 50% vanaf 2016. Eerder zijn we uitgegaan van 25%. Daarnaast valt de netto opbrengst lager uit door extra vermindering als gevolg van bezwaren. Roerende zaak belasting (V 48 duizend euro) De tijdelijke huisvesting van studenten in containerwoningen en meer overige objecten (waterwoningen Meerstad) resulteert in een meeropbrengst van 48 duizend euro. Afdracht Fonds Ondernemend Groningen (V 291 duizend euro) In 2020 wordt op alle niet-woningen een opslag van 6% op de OZB geheven ten behoeve van het Fonds ondernemend Groningen (F.O.G.) De afdracht aan het F.O.G. valt lager uit doordat de opslag van 6 % op gemeentelijk objecten niet wordt uitgekeerd aan het F.O.G. Hierdoor valt de afdracht aan het Fonds lager uit. Logiesbelasting (V 11 duizend euro) Als gevolg van de coronamaatregelen is het aantal overnachtingen sterk afgenomen . De inkomstenderving is 543 duizend euro. Hier staat een compensatie vanuit het Rijk tegenover van 554 duizend euro. Dit resulteert is een positief resultaat van 11 duizend euro. Onvoorzien (V 166 duizend euro) In de begroting is een bedrag van 166 duizend euro opgenomen als stelpost onvoorzien. Dit jaar is daarop geen claim gelegd. Het genoemde bedrag valt daarom vrij. Overig (N 30 duizend euro) De overige verschillen tellen op tot een nadeel van 30 duizend euro. |